33530 |
fruit, slechte kwaliteit |
krotsje:
krø͂ͅtskə (L326p Grathem)
|
I-7
|
24443 |
fruitworm |
toereliesje:
idiosyncr.
toereliske (L326p Grathem)
|
worm die in een appel huist [pieremenneke] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
18345 |
gaatje voor de schoenveter |
rijggat:
reigaater (L326p Grathem)
|
gaatjes in de schoen waardoor de veter wordt geregen [riegaater] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
26328 |
gaffelreep |
reep:
reep (L326p Grathem),
touw:
touw (L326p Grathem)
|
Het dikke touw zonder einde dat in een grote lus tussen de gaffels over het gaffelwiel loopt; de molenaar hijst er bij windstilte de zakken mee op. Zie ook afb. 65. [N O, 25p; A 42A, 47; A 42A, 43; A 42A, 46]
II-3
|
26327 |
gaffelwiel, gaffelrad |
gaffelrad:
gaffelrad (L326p Grathem)
|
Het met ijzeren of houten haken (gaffels) bezette wiel aan de luias, waarover de gaffelreep loopt. Zie ook afb. 65. [N O, 25n; A 42A, 46; N O, 25l]
II-3
|
21314 |
galgenaas |
vlegel:
vlegəl (L326p Grathem)
|
de algemene naam voor iemand die zich schuldig maakt aan een of ander misdrijf [strop, beest, priek, galgenaas] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24650 |
galnoot |
eikappel:
eikappel (L326p Grathem),
galappel:
WLD
galappəl (L326p Grathem)
|
De nootvormige uitwas aan de bladeren van eikebomen ontstaan door de steek van galwespen (galnoot, galappel, smouterenbol, kraaiappel, inktappel, gastappel). [N 82 (1981)] || galnoot
III-4-3
|
19375 |
gang |
gang:
gaŋk (L326p Grathem, ...
L326p Grathem)
|
gang
III-2-1
|
33372 |
gang naast de koeienstand |
mestgang:
męst˲gaŋk (L326p Grathem)
|
In een bepaald type stal loopt er naast de koeienstand, tussen de schutting en de muur, een vrij smalle gang; soms, bij een ander type stal, zijn er naast de koeienstand twee gangen, een brede en een smalle. Vooral bij keuterboerderijen komt het voor dat er helemaal geen gang naast de koeienstand is. De gangen worden gebruikt voor het transport van voer en mest en om zich door de stal te kunnen verplaatsen. [N 5A, 41a en 41b; N 4, 75]
I-6
|
34548 |
gans |
gans:
gǭs (L326p Grathem)
|
[A 2, 42; A 6, 5a; A 6, 5b; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 58; JG 1a, 1b, 1c, 1d; Vld.; monogr.]
I-12
|