e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grathem

Overzicht

Gevonden: 2847
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jongensondergoed? ondergoed: ongergood (Grathem) Ondergoed voor jongens. [DC 62 (1987)] III-1-3
jumper wollen jasje: wull jeske (Grathem) jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)] III-1-3
jurk kleed: kleid (Grathem) jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] III-1-3
jus, vleesnat saus: saus (Grathem), sous (Grathem) Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)] III-2-3
kaak kakement: kakement (Grathem) kaak [DC 02 (1932)] III-1-1
kaal duivenjong kwak met donshaar: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  kwak mét dónshaor (Grathem) een jong van enkele dagen oud, nog met haar? [N 93 (1983)] III-3-2
kaantjes krapjes: krèpkes (Grathem) vetklonters die overblijven bij het smelten van runds- of varkensvet [N 06 (1960)] III-2-3
kaar kaar: kār (Grathem) Trechtervormige bak boven de bovenste molensteen waarin het te malen graan wordt gestort. Zie ook afb. 78. [N O, 19i; N O, 41a; A 42A, 37; N D, 11; Sche 51; Vds 148; Jan 155; Coe 136; Grof 157; monogr.] II-3
kaasmijt kaasmijt: idiosyncr.  keesmiete (Grathem) mijt die leeft van (oude) kaas [N 26 (1964)] III-4-2
kachels zwarten potloden: pǫtlūjǝ (Grathem) Kachels met behulp van kachelzwartsel of door (in)branden of lakken zwart maken. In Q 83 liet men vetkool roken waarna het daarbij gevormde zwartsel op de kachel werd uitgewreven. Ook in L 330 werd het zwartbronzé samen met lijnolie boven een kolen- of turfvuur verhit en vervolgens op de kachel uitgepoetst. [N 33, 313; N 7, 41c; L 5, 60b add.; monogr.] II-11