e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grathem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ogenblikje, korte tijd, eventjes eventjes: effĕkĕs (Grathem), effikes (Grathem), poosje: pûuskə (Grathem) een korte tijdsruimte [poosje, end, scheut, stoot, rek, kortje, hortje, kutske, rande] [N 91 (1982)] || eventjes, een ogenblik || ogenblikje [DC 03 (1934)] III-4-4
okkernoot noot: noot (Grathem) noot I-7
oliebol nonnenvot: nonnevot (Grathem), oliebol: oelieböl (Grathem), oliebòl (Grathem) Oliebol (nonnevot?) [N 16 (1962)] || Welke dialectbenamingen kent U voor kleine wittebroodjes? (pistolee, kadetjes, kerneeke, frans broodje, spaans broodje, krombroodje, koekestel, bestel, krol, knubbeltje [N 16 (1962)] III-2-3
oliekoek bul: bul (Grathem), oliekoek: oliekook (Grathem) In raapolie gebakken ronde koek van meel, krenten en eieren (oliekoek?) [N 16 (1962)] III-2-3
olielamp snotnaas: snotnaas (Grathem) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
om de dag over de andere dag: euver din anjeren daag (Grathem) om den anderen dag III-4-4
omheinen aftuinen: aftønǝ (Grathem) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omheining tuin: tū.n (Grathem) De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.] I-8
omslagdoek (alg.) tassenplag: tèsseplak (Grathem) schouderdoek, wollen ~ of omslagdoek, soms ook wel over het hoofd gedragen [neus-, nuisdook, nuizek, nuzzing, plak, plaggen, sjelon, falie] [N 23 (1964)] III-1-3
omslagdoek onder mantel of jak halsplag: halsplak (Grathem) omslagdoek die onder mantel of jak wordt gedragen [N 23 (1964)] III-1-3