e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grathem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paren van de duiven vrijen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  vriejə (Grathem) Hoe heet verder: paren? [N 93 (1983)] III-3-2
pas kunnen vliegen pas kunnen vliegen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  ət kan pas vleegə (Grathem) Hoe zegt men van zon jong: het kan pas vliegen? [N 93 (1983)] III-3-2
pas uit het ei gekomen kipje kuikje: kykskǝ (Grathem) [N 19, 40b] I-12
pasbrug vonder: vø̜njǝr (Grathem) Het horizontale balkje, als onderdeel van de licht van handmolens, waar de zwengel en de spil op rusten. De pasbrug is aan één uiteinde scharnierend vastgezet en rust met het andere uiteinde op de lichtboom. [N D, 21] II-3
pasfoto pasfoto: pasfoto (Grathem) de foto zoals op paspoorten en dergelijke legitimatiepapieren moet worden aangebracht [tiptopje] [N 90 (1982)] III-3-1
pasgeboren kalf nuchter kalf: nø̄xtǝr [kalf] (Grathem) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
pashamer vuisthamer: vuisthamer (Grathem) De houten of ijzeren hamer waarmee de paswiggen worden vastgezet. In dit lemma is een onderverdeling gemaakt in a) de hamers die specifiek voor het vastzetten van de paswiggen worden gebruikt, en b) hamers die ook bij andere ambachten gangbaar zijn. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛpaswiggenɛ.' [N O, 23m; A 42A, 29; Vds 235] II-3
paspoort pas: pas (Grathem, ... ) het bewijs van identiteit en toestemming om in het buitenland te mogen reizen [paspoort, pas] [N 90 (1982)] || het identiteitsbewijs door de regering aan een onderdaan verstrekt met het oog op een reis naar het buitenland [paspoort, pas] [N 90 (1982)] III-3-1
pasteitje boompje: beumke (Grathem) Klein pasteitje, de niet gevulde vorm van deeg (viedeeke?) [N 16 (1962)] III-2-3
patates frites friet: friet (Grathem, ... ) Patates frites (friet, petat?) [N 16 (1962)] III-2-3