18281 |
pet: algemeen |
muts:
möts (L326p Grathem, ...
L326p Grathem)
|
Hoe noemt men de pet, die bij het werk gedragen wordt? Welken vorm heeft deze? Indien geen pet, maar een muts door de mannen wordt gedragen, hoe noemt men deze dan? Welken vorm heeft ze? [DC 09 (1940)] || pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
19547 |
petroleumlamp |
pètroles-lucht:
petrolslucht (L326p Grathem)
|
lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|
33569 |
peulerwten |
peultjes:
WLD
peultjəs (L326p Grathem)
|
De peulerwt; soort van erwt waarbij de hele vrucht gegeten wordt, ook de schil (sluimerwt, hauw(ke), peul, suikererwt, blie-erwt). [N 82 (1981)]
I-7
|
24224 |
piepen |
sjielperen:
šelpǝrǝ (L326p Grathem)
|
Geluid voortbrengen, gezegd van een jonge kip. [N 19, 48; monogr.]
I-12
|
17991 |
pijn |
pijn:
pien (L326p Grathem)
|
mijn voeten doen mij erg zeer [DC 03 (1934)]
III-1-2
|
24225 |
pimpelmees |
bijenmus:
bienmös (L326p Grathem),
koolmus:
koeoolmös (L326p Grathem)
|
Hoe heet de pimpelmees? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
17670 |
pink |
slachtkalf:
slaxtkǭf (L326p Grathem)
|
Eénjarig kalf, onverschillig van welk geslacht, dat nog alle melktanden heeft. [N C, 9b en 8; monogr.; add. uit N 3A, 15 en 20]
I-11
|
25253 |
pint, maat van 0,5 liter |
halve liter:
halvəlie.tər (L326p Grathem)
|
de maat die een inhoud aangeeft van 0,5 liter [snelleke, pint, schopje, schep, wup, leers] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20060 |
pioen |
kerkwas:
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
kirkwas (L326p Grathem)
|
I-7
|
24364 |
pissebed |
stekelvarken:
oniscus asellus/oniscus murarius (=ZND 18)
stekelverke (L326p Grathem)
|
pissebed, keldermot [GV K (1935)]
III-4-2
|