e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grathem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
twijg, jonge tak snade: zeer dun  snaai (Grathem) twijgje III-4-3
twintig frank vier stukken: 4 stukke (Grathem) 20 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
u-vormige hoeve dobbel kweerhuis: dǫbǝl ku̯ērhūs (Grathem) De bebouwing ligt in hoefijzervorm; de binnenplaats is aan drie zijden gesloten door woonhuis, stallen en schuren. Enkele opgaven komen overeen met de algemene benaming voor de boerderij; ter plekke is dan de U-vormige bouw de algemeen gebruikelijke. Voor de fonetische documentatie van deze gevallen wordt verwezen naar het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 5. [N 4A, 3] I-6
ui, ajuin unj: eunj (Grathem), unje: eunje (Grathem), unne: uûnj (Grathem) [DC 13 (1945)] I-7
uienpannenkoek ajuinenkoek: eunjekook (Grathem), oojekook (Grathem) Pannekoek met in schijven gesneden uien (oojekook?) [N 16 (1962)] III-2-3
uier uier: ȳǝr (Grathem) De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.] I-11
uieren uieren: (de koe) ȳjǝrt (Grathem), ȳi̯ǝrǝ (Grathem) Een zwellende uier krijgen in de draagtijd, gezegd van de koe. [N 3A, 35; A 9, 16; monogr.] I-11
uierkwartier kwartier: kwartēr (Grathem) Kwartier van de koeuier in het algemeen. [A 9, 12] I-11
uil uil: uul (Grathem, ... ) uil III-4-1
uit de hand verkopen soelin: [vgl. WBD III, 3.1 (pag. 53), soeliën: Goirle]  soelie (Grathem) Kleinigheden uit de hand verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)] III-3-1