e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grathem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlinder roevogel: roewoogel (Grathem), roewvogel (Grathem), snuffelter: snuffelter (Grathem), snuffeltèr (Grathem), snuffeltes: snuffeltes (Grathem, ... ), snuffeltés (Grathem), vlinder: vlinder (Grathem) vlinder [GV Gr (1935)], [Roukens 03 (1937)], [ZND 18G (1935)] III-4-2
vlinderdasje strikje: striekske (Grathem) vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)] III-1-3
vlo (enk.) mensenvlo: idiosyncr.  minsevleu (Grathem), vlo: idiosyncr.  vloo (Grathem) mensenvlo [N 26 (1964)] || vlo (znw enk) [foekket, zjwarte riejer] [N 26 (1964)] III-4-2
vlo (mv., fon.) vleu: idiosyncr.  vleu (Grathem) vlo (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-2
vloeiweide overloop: ø̄vǝrlø̜i̯p (Grathem) Weiland, laag gelegen en zodanig aangelegd dat van tijd tot tijd kunstmatige bevloeiing kan plaatsvinden. [N 14, 58] I-8
vloertegel plavuis: pləvy(3)̄s (Grathem) een grote rode of blauwe vloertegel [N 05A (1964)] III-2-1
voederbak voedersilo: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  v‧oorsilo (Grathem) Hoe heet verder in Uw dialect: de graanbak (waar de verschillend mengsels in worden bewaard)? [N 93 (1983)] III-3-2
voederbeurt voedertijd: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  v‧oortie.t (Grathem) Hoe heet verder in Uw dialect: een voederbeurt? [N 93 (1983)] III-3-2
voederbieten kroten: krǫtǝ (Grathem) Beta vulgaris L. subsp. vulgaris. De algemene benaming van de bieten die gekweekt worden om als veevoeder te worden gebruikt. De voederbiet groeit grotendeels boven de grond, in tegenstelling tot de suikerbiet waarvan alleen de bladerkruin boven de grond uitkomt. De plant gedijt het best op losse vochthoudende zandgrond en verdraagt zware stalmest- of gierbemesting. Het is vanouds een in Limburg veel verbouwd veevoeder dat in het eigen gemengde bedrijf werd benut. Voor de fonetische documentatie van het tweede woorddeel in de samenstellingen zoals voederbieten, waarvan dat tweede element ook als enkelvoudig woord in het lemma voorkomt, zie onder dat enkelvoudig woord, i.c. bieten. In de vragenlijsten is steeds naar de meervoudsvorm gevraagd. [N 12, 38; N 12A, 1; JG 1a, 1b, 1d, 2b, 2c; A 13, 2b; L 43, 4b; monogr.] I-5
voederen voeden: vui̯ǝ (Grathem), voederen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  v‧oorə (Grathem) Het geven van voer aan het vee. [Wi 36; Wi 39; L A2, 370; RND 8, 97; S 20; Vld.; monogr.] || Hoe heet verder in Uw dialect: de duiven een voederbeurt geven? [N 93 (1983)] I-11, III-3-2