28507 |
voorzwerm |
eerste zwerm:
iǝstǝ zwɛrm (L326p Grathem)
|
De eerste zwerm, gewoonlijk in juni. Een deel van een bijenvolk verlaat met de oude koningin korf of kast. Wie met de zwerm meetrekt, schijnt niet meer naar de oude woning om te zien (De Roever, pag. 34). De zwerm laat een aparte zwermtoon horen. [N 63, 29b; JG 1b; N 63, 37e; A 9, 6]
II-6
|
19712 |
vork |
fourchette:
versjet (L326p Grathem),
vəršeͅt (L326p Grathem),
verket:
vərkeͅt (L326p Grathem)
|
eetvork || vork om mee te eten [Roukens 03 (1937)]
III-2-1
|
34611 |
vork van de wagen |
disselvork:
desǝlvø̜rǝk (L326p Grathem)
|
Het geheel van de twee schuin naar achter lopende balken die boven het asblok bevestigd zijn en waartussen aan de voorzijde de dissel is geplaatst. Deze balken maken deel uit van het voorstel van de langwagen. [N 17, 44b; N G, 70e; JG 1b; JG 1d]
I-13
|
19573 |
vorkenblok |
vorkenhouder:
vörkehouwer (L326p Grathem)
|
blok waarin vorken worden bewaard [N 20 (zj)]
III-2-1
|
25202 |
vorst, het vriezen |
gevreur:
gevreur (L326p Grathem)
|
vorst, het vriezen [gevreur] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
29897 |
vorstpan |
schildmulde:
šeltmølt (L326p Grathem),
schildpan:
šeltpan (L326p Grathem),
vorstmulde:
vǫrstmølt (L326p Grathem),
vorstpan:
vǫrstpan (L326p Grathem)
|
Halfronde pan waarmee de nokken en hoekkepers van het dak worden bedekt; ook de soortgelijke pan voor de afdichting van de nok of de naden van het dakschild van een rieten dak. Vorstpannen worden met spijkers op de dakruiters vastgezet en met specie aan elkaar bevestigd. In Q 77b werd niet met vorstpannen gewerkt. Men smeerde daar de nok van het dak in met cement. Het woordtype broekstuk (L 290, L 372) duidt een pan aan die de verbinding vormt tussen de vorstpannen en de pannen die over de naden van het dakschild worden gelegd. [N 32, 45b; N 32, 45c; N 4A, 34a; N 4A, 34c; N F, 8]
II-8
|
24397 |
vos |
vos:
vos (L326p Grathem)
|
vos
III-4-2
|
21149 |
vrachtwagen |
vrachtwagen:
vragtwaa.gə (L326p Grathem)
|
een grote auto voor goederenvervoer [vrachtwagen, camion] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22133 |
vreemde duif die op het hok komt |
achterblijver:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
achtərblie.vər (L326p Grathem)
|
een vreemde duif die op het hok komt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
32943 |
vregelpaal |
vregelpaal:
vręi̯gǝlpǭl (L326p Grathem)
|
In de Kempen en in het zuid-oosten van het onderzoeksgbied wordt een tweede boom voor het vastzetten van het hooi op de kar gebruikt. Deze vregelpaal is (doorgaans draaibaar) onder in de bak van de hoogkar gemonteerd en loopt door het midden van het verzwaarde dwarse sluithout, de bril. Het bindtouw werd dan om deze vregelpaal heengeslagen en daarna werd deze door middel van een stok of knuppel, de vregelstok, aangedraaid. Zie ook de toelichting bij het lemma ''vregelstok'' en afbeelding 15. De foto''s van afbeelding 15 zijn genomen in Mechelen aan de Maas (Q 9). [N 17, 14a; JG 1d, 2c; monogr.]
I-3
|