e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grathem

Overzicht

Gevonden: 2847
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dameslaars steveltje: stevelkes (Grathem) vrouwenlaars [stevelet] [N 24 (1964)] III-1-3
damesmantel mantel: manjtel (Grathem), paletot (fr.): pulto (Grathem) damesmantel; inventarisatie huidige uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || damesmantel; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
damesonderbroek onderboks: oongerbooks (Grathem) Onderbroek voor vrouwen. [DC 62 (1987)] III-1-3
damesschoen met hoge of halfhoge hak halfhoge toons: 2e woord onduidelijk  halfhoge tuins (Grathem), hoge toons: 2e woord onduidelijk  hoge tuins (Grathem) damesschoenen met hoge of halfhoge hak [N 24 (1964)] III-1-3
damp, stoom stoom: (= stoom).  staum (Grathem), zwaam: (= damp).  zwaam (Grathem) damp van kokend water [DC 28 (1956)] III-4-4
dar dreen: drin (Grathem), driǝn (Grathem) Het mannelijk dier in het bijenvolk. De dar is geboren uit een onbevruchte eicel. In de bijenwoning doet hij niets anders dan eten. Zijn enige functie is het helpen warm houden van het broed door zijn aanwezigheid. Onmisbaar zijn de darren voor de bevruchting van de jonge koningin. Na de paring sterft de dar. De darren worden in mei of vlak daarna geboren. Als het bijenjaar ten einde spoedt, in augustus of september, worden de darren verdreven door de werksters en sterven zij. De dar heeft geen angel. Voor het woorddeel (-bij) leest men de woordtypen bij/bie en bien. In welke plaatsen deze woordtypen respectievelijk voorkomen, ziet men in het lemma Bij. Voor de fonetische documentatie ervan wordt ook verwezen naar het lemma Bij. [N 63, 12c; S 3; L 1a-m; JG 1a + 1b; JG 2b-5, 2; R 3, 42; A 9, 2; Ge 37, 2; monogr.] II-6
darm darm: derm (Grathem) darm [DC 02 (1932)] III-1-1
darmwormen wormen: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  wörm (Grathem) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: inwendige parasieten of darmwormen in het algemeen? [N 93 (1983)] III-3-2
das, sjaal sjerp: sjerp (Grathem) das, sjaal, om de hals gedragen [das, polderdas, sjerp, kazzenij] [N 23 (1964)] III-1-3
dasspeld schlipsspang (<du.): sliepsspang (Grathem) dasspeld [dasspang] [N 23 (1964)] III-1-3