21988 |
een duif bovenaan de deelnemerslijst zetten |
eerste getekende:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
îêrstə gəteikəndjə (L326p Grathem)
|
een duif bovenaan die lijst zetten (om te suggereren dat ze de meeste kans maakt op een goede uitslag)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21995 |
een duif op een kortere afstand laten vliegen |
terugspelen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
trök spee.lə (L326p Grathem)
|
een duif op een kortere afstand laten vliegen dan voorheen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
34541 |
een ei afpellen |
pellen:
pɛlǝ (L326p Grathem)
|
Een ei van de schaal ontdoen. [N 19, 55b; A 39, 9b]
I-12
|
34534 |
een ei schouwen |
doorluchten:
dōrløxtǝ (L326p Grathem)
|
Men schouwt een ei om na te gaan of het bevrucht is en of het nog goed is voor consumptie. Men doet dit door het ei naar het licht te houden. Ook kan men controleren of het ei goed is door het in water te leggen. Als het zinkt, is het goed. [N 19, 56]
I-12
|
34523 |
een haan snijden |
kapuinen:
kapūnǝ (L326p Grathem)
|
Een haan castreren. [N 19, 60b; monogr.]
I-12
|
21991 |
een hoog bedrag op één duif zetten |
zwaar poulen (<fr.):
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
zwaor poellə (L326p Grathem)
|
Hoe heten de volgende combinatiemogelijkheden bij het inleggen/inzetten: een hoog bedrag op één duif zetten? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21911 |
een jong pas uit het ei |
kwak:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
kwak (L326p Grathem)
|
een jong pas uit het ei? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21969 |
een klein plankje als zitplaats voor de duif |
schapje:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
sjeupkə (L326p Grathem)
|
een klein plankje dienend als zitplaats voor de duif. Elke duif heeft zo meestal een vaste plaats. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
18273 |
een paar schoenen |
een paar schoenen:
paar sjoon (L326p Grathem)
|
schoenen, paar ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18337 |
een paar sokken |
sokken:
zokke (L326p Grathem)
|
kousen, paar ~ [zök, zökke] [N 24 (1964)]
III-1-3
|