e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grathem

Overzicht

Gevonden: 2847
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fruit, slechte kwaliteit krotsje: krø͂ͅtskə (Grathem) I-7
fruitworm toereliesje: idiosyncr.  toereliske (Grathem) worm die in een appel huist [pieremenneke] [N 26 (1964)] III-4-2
gaatje voor de schoenveter rijggat: reigaater (Grathem) gaatjes in de schoen waardoor de veter wordt geregen [riegaater] [N 24 (1964)] III-1-3
gaffelreep reep: reep (Grathem), touw: touw (Grathem) Het dikke touw zonder einde dat in een grote lus tussen de gaffels over het gaffelwiel loopt; de molenaar hijst er bij windstilte de zakken mee op. Zie ook afb. 65. [N O, 25p; A 42A, 47; A 42A, 43; A 42A, 46] II-3
gaffelwiel, gaffelrad gaffelrad: gaffelrad (Grathem) Het met ijzeren of houten haken (gaffels) bezette wiel aan de luias, waarover de gaffelreep loopt. Zie ook afb. 65. [N O, 25n; A 42A, 46; N O, 25l] II-3
galgenaas vlegel: vlegəl (Grathem) de algemene naam voor iemand die zich schuldig maakt aan een of ander misdrijf [strop, beest, priek, galgenaas] [N 90 (1982)] III-3-1
galnoot eikappel: eikappel (Grathem), galappel: WLD  galappəl (Grathem) De nootvormige uitwas aan de bladeren van eikebomen ontstaan door de steek van galwespen (galnoot, galappel, smouterenbol, kraaiappel, inktappel, gastappel). [N 82 (1981)] || galnoot III-4-3
gang gang: gaŋk (Grathem, ... ) gang III-2-1
gang naast de koeienstand mestgang: męst˲gaŋk (Grathem) In een bepaald type stal loopt er naast de koeienstand, tussen de schutting en de muur, een vrij smalle gang; soms, bij een ander type stal, zijn er naast de koeienstand twee gangen, een brede en een smalle. Vooral bij keuterboerderijen komt het voor dat er helemaal geen gang naast de koeienstand is. De gangen worden gebruikt voor het transport van voer en mest en om zich door de stal te kunnen verplaatsen. [N 5A, 41a en 41b; N 4, 75] I-6
gans gans: gǭs (Grathem) [A 2, 42; A 6, 5a; A 6, 5b; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 58; JG 1a, 1b, 1c, 1d; Vld.; monogr.] I-12