20690 |
gekookte hersens |
harren:
horre (L326p Grathem, ...
L326p Grathem)
|
Gekookte hersens (frikkedellen, sepieten?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
22100 |
geld inzetten |
poulen (<fr.):
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
poellə (L326p Grathem)
|
geld inleggen (inzetten)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
33264 |
gele lupine |
lupinen:
lǝpīnǝ (L326p Grathem)
|
Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.]
I-5
|
24488 |
gele narcis |
paasbloem:
WLD
paosbloom (L326p Grathem)
|
Gele narcis (narcissus pseudonarcissus). De bijkroon is ongeveer even lang als de bloemdekslippen. Meestal één bloem aan elke bloemstengel, zelden twee. De rand van de bijkroon is regelmatig ingesneden (zie bij de …witte narcis"). [N 92 (1982)]
III-4-3
|
25078 |
gelijken (op) |
lijken:
lie.kə (L326p Grathem, ...
L326p Grathem)
|
aan het genoemde doen denken, lijken, schijnen [tonen, lijken] [N 91 (1982)] || in vele opzichten overeenkomen (bijv. uiterlijk) [lijken, gelijken, trekken] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
22114 |
gelijktijdig lossen |
gelijk los (bn.):
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
gəlie.k los (L326p Grathem)
|
het gelijktijdig lossen van jonge en oude duiven? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
25188 |
geluid van naderend onweer |
rommelen:
rómmələ (L326p Grathem)
|
een dof, rollend geluid maken, gezegd van bijv. de donder [rommelen, rederen, meutelen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
19227 |
gemakkelijk |
gemakkelijk:
gemaikelik (L326p Grathem),
op zijn gemak:
op zie gemaak (L326p Grathem)
|
gemakkelijk [DC 02 (1932)] || op zijn gemak [DC 02 (1932)]
III-1-4
|
21705 |
gemeentesecretaris |
secretaris:
sikkrətaris (L326p Grathem)
|
het hoofd van de secretarie [administratie] van een gemeente [griffier, secretaris, sikkeltaris, sik] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33670 |
gemeenteweide |
meent:
mēǝnt (L326p Grathem)
|
Weiland dat eigendom is van de gemeente. Een woordtype als vrijwei duidt erop dat men hier als kleine of arme boer zijn koeien vrij kon laten grazen. De informanten van Horn (L 325) en Maasbracht (L 377) zeggen echter dat men eertijds op gemeentewei de koeien kon laten grazen tegen een jaarlijkse vergoeding. [N 14, 60; A 10, 4; N 18, add.; monogr.]
I-8
|