18371 |
andere damesschoenen |
pantoffel:
pantoefele (L326p Grathem),
slipper:
slippers (L326p Grathem)
|
damesschoenen; inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 24 (1964)]
III-1-3
|
22124 |
andere middelen om een duif binnen te lokken |
met de bus rammelen:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
rammələ mét də bös (L326p Grathem)
|
Kent U nog andere middelen om de duif binnen te lokken? bijv. met graan in doos schudden. Hoe heet dat? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
33260 |
andere oude klaversoorten |
huttentut:
høtǝtøt (L326p Grathem),
zamenklee:
zāmǝklē (L326p Grathem)
|
In dit lemma staan de niet in de andere lemmaɛs met behandelde klaversoorten bijeen. Vergelijk de behandeling van het materiaal voor vraag N 14, 82, "oude grassoorten" in aflevering I.3. Enkele soorten kunnen worden geïdentificerd; hopklaver is de Medicago lupulina L.; rolklaver (en rolklee) is de Lotus corniculatus L.; bastaardklee is de Trifolium hybridum L.; honingklee is de Melilotus Miller; luzerne of luzerneklee is de Medicago sativa L. Bij ɛstoppelkleeɛ (L 330): "tegelijk met het graan gezaaide klaver die na het maaien van het graan tussen de stoppels opschiet". Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.; add. uit A 60A, 14]
I-5
|
33621 |
anjelier |
genoffel:
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
genoffel (L326p Grathem)
|
I-7
|
21251 |
anker |
anker:
aŋkǝr (L326p Grathem)
|
Stuk ijzer dat wordt gebruikt om muren, vloeren, gordingen etc. met elkaar te verbinden. Het is gewoonlijk samengesteld uit een schieter en een veer. De schieter vormt het metalen onderdeel aan de buitenzijde van de muur en bestaat uit een metalen staaf die in het midden een nok heeft. De veer brengt de verbinding tussen schieter en muur of vloer tot stand. Schieter en veer kunnen met behulp van één of meer spieën aan elkaar worden bevestigd. Zie ook afb. 72. De woordtypen 'strijkanker', 'trekanker' en 'strekanker' worden specifiek gebruikt voor een anker waarvan de veer in de dwarsrichting over twee of drie balken ligt. Het dient om muren te verankeren die evenwijdig lopen met de balklaag. [N 31, 38; N 4A, 51b; N 54, 123b; N 54, 124a; N 54, 126; monogr.]
II-9
|
20638 |
appelbol |
appelenstoet:
appelestoet (L326p Grathem),
krollenbol:
krollebol (L326p Grathem)
|
Appelbol (krollebol, kokkerebol, kollemol, zomerbroodje, appelbol, appelbroodje, ballebuuze?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33494 |
appelboom |
appelboompje:
Vraag: "appelboomjes", diminutief gelaten; enkelvoud opgenomen
appelbuimke (L326p Grathem)
|
[DC 03 (1934)]
I-7
|
20698 |
appelmoes |
appelenmoes:
appelemoos (L326p Grathem),
kruidje:
krudje (L326p Grathem)
|
Appelmoes (appelpommee?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21119 |
appels van de boom schudden |
schudden:
WLD
sjöddə (L326p Grathem)
|
Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
20744 |
appeltaart |
appelentaart:
appeletaart (L326p Grathem),
appelentoeslag:
appeletoeslaag (L326p Grathem)
|
Appeltaart (tartepom?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|