e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Grathem

Overzicht

Gevonden: 2847
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hars hars: WLD  hars (Grathem) Het kleverige plantensap vooral van naaldbomen, dat in de lucht hard wordt (hars, terpentijn, denne-olie, vogeltjeszeep). [N 82 (1981)] III-4-3
hartig hartelijk: hertələk (Grathem) een zoutachtige, pittige smaak hebbend (hartig, hartelijk) [N 91 (1982)] III-2-3
haver haver: hāvǝr (Grathem) Avena sativa L. Men zaait ongeveer 200 kg haver per hectare. Zie afbeelding 1, b. [JG 1a, 1b; A 2, 31; L 35, 101; L lijst graangewassen, 3; Wi 50; monogr.; add. uit N 15, 1a] I-4
haverkist, hakselkist haverkist: [haver]kest (Grathem) De kist of bak waarin men het droge voer, tegenwoordig de haver, voor het paard bewaart. Deze kist staat meestal in de voergang in de paardestal. Vroeger werden er vooral ook haksel, soms zemelen, geplette haver, kaf of melasse in bewaard. De kist kan door een tussenwand verdeeld zijn. In het ene vak bewaart men dan meestal haver, in het andere iets anders. Soms zijn er meer dan twee vakken. Achter in het lemma staan enkele benamingen bijeen voor dit tussenschot. In het lemma wordt achter de codecijfers zoveel mogelijk met een cijfer vermeld in hoeveel delen de kist verdeeld was en wat er nog meer in bewaard werd dan de in het eerste lid van de woordtypen genoemde voedselsoort. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (haver) het lemma "haver" in aflevering I.4, nr 1.2.5 [N 5A, 59c en 72b; JG 1a en 1b; monogr.] I-6
haverkorfje mandje: mɛntjǝ (Grathem) Korfje uit stro en twijgen gevlochten waarmee men haver voor het paard in afmeet. De inhoud is ongeveer 3 kg. Men bindt het ook wel aan de muil van het paard om te beletten dat het ergens aan vreet, bijvoorbeeld bij het maaien. [N 18, 112] I-11
havermout haveremout: haaveremout (Grathem), havermout: havermout (Grathem) Havermout [N 16 (1962)] III-2-3
havermoutpap haverenmoutepap: haaveremoutepap (Grathem), havermoutepap: havermoutepap (Grathem) Pap van havermout (haavere moute pap?) [N 16 (1962)] III-2-3
hecht van een mes metsersteel: metstersteel (Grathem) handvat van een mes (hecht, heft) [N 20 (zj)] III-2-1
hede, vlas- of hennepafval hachelen: haxǝlǝ (Grathem), rap: rap (Grathem) Rap en bodde bestaat uit langere vezels en kort lint dat bij het zwingelen of hekelen achterblijft en waarvan grof linnen wordt gemaakt; scheven bestaat uit alleen de bastdeeltjes. [L 43, 3; S 13; monogr.] I-5
heen en weer (bewegen) op en af: op en aa.f loupe (Grathem), op en neer: op en neer loupe (Grathem) heen en weer lopen [op en aaf lope] [N 07 (1961)] III-4-4