26998 |
dagwerk |
dagwerk:
dagwerk (L244b Griendtsveen)
|
Een dagwerk is ongeveer 50 stok. De maat van een dagwerk verschilt al naar gelang de turfsoort die men steekt en de plaats waar men steekt. Volgens Linssen (pag. 140) is een dagwerk de weekprestatie van een turfgraver, zo''n vijftigtal stokken. Dat komt per werkdag neer op zo''n 2000 turven. [II, 63c]
II-4
|
24915 |
dal, vallei |
laagte:
leegte (L244b Griendtsveen)
|
laagte [SGV (1914)]
III-4-4
|
26946 |
dam in de wijk |
dam:
dam (L244b Griendtsveen)
|
Een aarden wal sluit het water af van het reeds bestaande gedeelte van de wijk en het nog te graven gedeelte. [II, 28a; II, 28c]
II-4
|
26947 |
dam uitbaggeren |
uitbaggeren:
uitbaggeren (L244b Griendtsveen)
|
Als de dam geen functie meer heeft, wordt hij doorgestoken en vervolgens wordt hij weggebaggerd. [II, 28b]
II-4
|
18263 |
damesmantel |
mantel:
maantel (L244b Griendtsveen, ...
L244b Griendtsveen)
|
mantel [SGV (1914)] || mantels (mv.) [SGV (1914)]
III-1-3
|
24984 |
damp, stoom |
stoom:
stōōm (L244b Griendtsveen)
|
stoom [SGV (1914)]
III-4-4
|
26911 |
darg of derrie |
derrieveen:
derrieveen (L244b Griendtsveen)
|
De onderste veenlaag in het hoogveen. Men vindt in deze laag veel horizontaal kruipende wortelstokken van het riet, wortels van zegge en bruine zaden van het waterdrieblad. [I, 2a]
II-4
|
27038 |
de eerste lagen leggen van een ring |
aanleggen:
anlęgǝ (L244b Griendtsveen),
inleggen:
enlęgǝ (L244b Griendtsveen),
op de ring werken:
op da reŋk wē̜rǝkǝ (L244b Griendtsveen)
|
Wisselend van kop- en scheerturf per laag worden de lagen in de ring opgebouwd. [II, add.]
II-4
|
27053 |
de kop met turf vullen |
de kop opgooien:
de kop opgooien (L244b Griendtsveen)
|
[II, add.]
II-4
|
27033 |
de stuik binden |
stuik binden:
stuk bendǝn (L244b Griendtsveen)
|
De ene stuik met de andere verbinden. [II, add.]
II-4
|