e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Griendtsveen

Overzicht

Gevonden: 680
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
haverstro haver- en stropijperd: hāvǝrɛnstrōpęjpǝrt (Griendtsveen), haverstro: haverstro (Griendtsveen) Veen met veel wortelstokresten. [II, 16j] II-4
haverstro of pijperd pijperd: pęjpǝrt (Griendtsveen) Een lichtere veensoort dan het zwarteveen met veel overblijfselen van de moerasplant Scheuchzeria erin. [I, 2b] II-4
hei maaien strouwsel maaien: strǫwsǝl mɛ̄jǝ (Griendtsveen) Het heide maaien had in de vroege landbouweconomie van de zanddorpen van de Peel een belangrijke betekenis in verband met bemesting. Heizoden worden soms ook opgestookt. [I, 25] II-4
heidegrond of heide hei: hē̜j (Griendtsveen) Van de heide worden plaggen of zoden gestoken die ook als brandstof gebruikt kunnen worden. [II, 123] II-4
het hoog graven naar het hoog graven: nǭ ǝt hox grāvǝ (Griendtsveen) De turf naar het hoge toe graven vindt plaats, wanneer men een klink in één keer moet afgraven. De turf wordt naar één richting gewerkt en op het hoge neergezet. [II, 57] II-4
het hout van de oplegger hout: hǫwt (Griendtsveen) De houten spade van de oplegger. [II, 40b] II-4
het laag graven graven naar het laag: grāvǝ nǭ ǝt lęx (Griendtsveen) Naast het graven naar het hoge toe kent men ook een methode waarbij men de turf omlaag kruit. Dit werk is lichter dan het graven naar het hoge toe. [II, 58] II-4
het omhoogkomen van het grondwater sprong: (mv.)  sproŋǝ (Griendtsveen) [I, 46b] II-4
het vuur aansteken aanstoken: oanstōke (Griendtsveen) aanstoken [SGV (1914)] III-2-1
heten heten: heeste (Griendtsveen) heeten [SGV (1914)] III-2-2