e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Griendtsveen

Overzicht

Gevonden: 680
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
in hopen staan van de zwarte turf in bulten staan: en bøltǝ stǭ (Griendtsveen), in vimmen staan: en vimǝ stǭ (Griendtsveen) [II, 85b] II-4
in klampen zetten in klampen zetten: en klampǝ zetǝ (Griendtsveen) Het zetten van klampen doet men vooral bij het omringen. [II, 82b] II-4
in ringen zetten op ring zetten: op reŋ zɛtǝn (Griendtsveen) De turf op ringen zetten geschiedt bij het steken voor eigen gebruik minder dan bij de georganiseerde turfwinning. [I, 81] II-4
in stuiken zetten stuiken: stukǝ (Griendtsveen) Het plaatsen van de turven in kleine turfhoopjes. [II, 84b] II-4
inkuilen inkuilen: inkø̜̄lǝn (Griendtsveen) De aardappelen worden met de slagkar van het veld naar de boerderij vervoerd en daar op een droge plaats voorlopig opgeslagen om uit te wasemen. Vroeger gebeurde dit in de kelder onder de bakoven (zie aflevering I.6 over de bedrijfsgebouwen van de boerderij). Tegen de winter worden de aardappelen ingekuild, dat wil zeggen in een aardappelkuil of -groeve gestort. De algemene benamingen voor deze handeling staan in dit lemma bijeen. Zie verder het lemma Aardappelkuil, -Groef. [N 12, 28; JG 1a, 1b; S 16; monogr.; add. uit N 12, 29; L 1, a-m; S 19] I-5
jaloers jaloers: zjaloers (Griendtsveen) jaloersch [SGV (1914)] III-1-4
kaam kaam/kamen: kǭm (Griendtsveen) Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.] II-2
kaas kaas: kês (Griendtsveen) kaas [SGV (1914)] III-2-3
kalf kalf: (mv)  kalvǝr (Griendtsveen) Jong rund, niet naar het geslacht onderscheiden. Zie afbeelding 3. Op de kaart is het woordtype kalf niet opgenomen. [N 3A, 15 en 20; JG 1a, 1b; Gwn V, 5, 5a en 5b; L 27, 56; R 12, 24; Wi 17; monogr.; add. uit N 3A, 4, 26a, 75a, 75b en 76; N C, 6, 7a, 7b, 8, 9a en 14b; A 9, 17a en17b; S 14] I-11
kalm, bedaard bezadigd: bezoadigd (Griendtsveen) bezadigd [SGV (1914)] III-1-4