27003 |
leger |
leger:
lēgǝr (L244b Griendtsveen)
|
Dubbele rij op elkaar liggende turven waartegen de turf in slag wordt gezet. [II, 79a]
II-4
|
27006 |
legertouw |
legertouw:
lēgǝrtǫw (L244b Griendtsveen)
|
Meettouw voor het maken van het leger. [II, 79c]
II-4
|
17540 |
lichaam |
lichaam:
lichem (L244b Griendtsveen)
|
lichaam [SGV (1914)]
III-1-1
|
27070 |
lijndrijver |
teugelman:
tø̄gǝlman (L244b Griendtsveen)
|
De man die met het paard het turfschip trekt. [II, 97b]
II-4
|
33273 |
lijnzaad, vlaszaad |
lijzend:
lɛ̄zǝt (L244b Griendtsveen)
|
Linum usitatissimum L. Lijnzaad is de gebruikelijke naam voor het zaad van de vlasplant en, in verband met de olieproduktie, ook voor het gewas. Zie paragraaf 4.2 en in het bijzonder het lemma Vlas. Uit de gerepelde en gedorste zaadbollen wordt olie geslagen, de lijnolie; de overblijvende pulp is een gezocht veevoer. De vormen die hier zijn samengebracht onder de typen lijzend en lijzens zijn te beschouwen als varianten van lijzaad, met een bijzondere verzwaring van het eerste lid. Ze zijn als afzonderlijke typen behandeld vanwege de samenstellingen in dit lemma en in de volgende lemmaɛs. [S 22; Wi 18; monogr.; add. uit JG 1b; L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31]
I-5
|
26792 |
linieijzer |
linieijzer:
linieijzer (L244b Griendtsveen)
|
Een halve-cirkelvormige ijzeren schijf aan een steel met dubbele handgreep, waarmee men de dikte van de turf aansnijdt. [I, 54a; N 18, 15]
II-4
|
26980 |
linkse gravers |
linkse gravers:
leŋksǝ grāvǝrs (L244b Griendtsveen)
|
Turfgravers die de turf naar links weggraven bij het graven naar het hoge toe. [II, add.]
II-4
|
27054 |
loeg |
loeg:
lux (L244b Griendtsveen)
|
Opgevlijde turfrand. [II, 89a]
II-4
|
27057 |
loegen |
loegen:
loegen (L244b Griendtsveen),
rimmen:
ręmǝn (L244b Griendtsveen)
|
Het maken van een loeg, de opgevlijde turfrand. De turven worden niet in scheer- en kop-turfsysteem opgestapeld maar alleen kops. [II, 89b]
II-4
|
27080 |
loegen van de bovenlast |
loegen:
loegen (L244b Griendtsveen)
|
Lagen maken op de bovenlast van het schip. [II, 90g]
II-4
|