e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Griendtsveen

Overzicht

Gevonden: 680
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
maken van een leger legeren: lē̜gǝrǝ (Griendtsveen) [II, 79b] II-4
mankeren schelen: schille (Griendtsveen) schelen, mankeren [SGV (1914)] III-1-2
mannelijke duif doffer: do(ffer (Griendtsveen) Mannetjesduif. [SGV (1914)] III-3-2
mannelijke eend woerd: wūrt (Griendtsveen) [GV, K 2; L 1a-m; L 3, 3; L 14, 18; JG 1a, 1b, 2c; S 18; NE II, 55; Vld.; A 6, add.; monogr.] I-12
mannelijke gans ganzenrik: gɛnzǝrek (Griendtsveen) [A 6, 5a; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 59; L 14, 20; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
masker mombakkes: (mombakkes) (Griendtsveen) masker [SGV (1914)] III-3-2
meid, dienstmeid dienstbode: dinstbōi̯ (Griendtsveen) Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.] I-6
meidoorn heg: heg- (Griendtsveen, ... ) haagappel [SGV (1914)] || haagdoorn [SGV (1914)] III-4-3
meisje meisje: mèske (Griendtsveen) meisje [SGV (1914)] III-2-2
melk zeven zijgen: zē̜gǝ (Griendtsveen) De melk door een doek, zeef of filter laten vloeien om de melk te zuiveren van onbruikbare of verontreinigende stoffen of bestanddelen. [S 46; Wi 30; monogr.; add. uit N 12, L 324] I-11