e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Griendtsveen

Overzicht

Gevonden: 680
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slag of stort slag: slax (Griendtsveen) Rij van twee turven dik en één turf lang opstaande turven. [II, 78a] II-4
slakken van de oplegger slakken: slɛkǝ (Griendtsveen) De twee ijzeren uitsteeksels waarin het hout var de oplegger vastgeklonken zit. [II, add.] II-4
slechten slechten: slextǝ (Griendtsveen) Modder verwijderen, voordat men de zwarte turf gaat steken. [I, 50] II-4
slechten van de laatste achterkuil slechten: slēxtǝ (Griendtsveen) De laatste achterkuil van het jaar wordt mooi gelijkgemaakt als zetveld voor de nieuw te graven turf. [II, 62] II-4
slee slee: sleej (Griendtsveen) slede [SGV (1914)] III-3-2
slepen slepen: slēpǝ (Griendtsveen) De in dit lemma bijeengebrachte termen betreffen het bewerken van de akker met een sleep, om de grond gelijk te trekken, aardkluiten te verbrijzelen of fijn zaad in de grond te werken, alsmede het slepen van weiland, om mestplakken en molshopen te verbreiden en/of gestrooide mest over de grasmat uit te strijken. Hoe de hieronder voorkomende vormen ''eg'' + ''eg'' en ''eggen'' + ''eggen'' verstaan moeten worden, is aangegeven in de lemmata ''eg'' en ''eggen''. [JG 1a + 1b + 1c; N 11, 81 + 85; N 11A, 173c + 180; S 33; L 6, 66; div.; monogr.] I-2
sleuf ritsjes: retskǝs (Griendtsveen), sleupjes: slø̄pkǝs (Griendtsveen) Sleuf die de verpachte stukken aftekent. [II, 123b] II-4
sleuf in de achterkuil grepje: grepkǝ (Griendtsveen) Om de achterkuil voor het komend jaar goed droog te houden, maakt men er een sleuf in van doorgaans een spit diep. [II, 61a] II-4
sleufjes maken in de achterkuil grepje graven: grepkǝ grāvǝ (Griendtsveen) [II, 61b] II-4
slim schrander: schraander (Griendtsveen) schrander [SGV (1914)] III-1-4