e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Griendtsveen

Overzicht

Gevonden: 680
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
veengrond, stuk niet ontgonnen hei of woeste grond mos: mōs (Griendtsveen), veen: veen (Griendtsveen), veengrond: veengrond (Griendtsveen) Een stuk grond waarop het mogelijk is een bepaald soort turf te steken. [I, 3; N 27, 4a; N 27,18a; S 39] II-4
veenkruiwagen graverskruigen: grāvǝrskrø̜jgǝ (Griendtsveen), klotwagen: klotwāgǝ (Griendtsveen) Een aan het vervoeren van turf aangepaste kruiwagen. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''kruiwagen''. [II, 70] II-4
veenkuil kuil: kuil (Griendtsveen), put: pøt (Griendtsveen), turfkuil: (mv.)  tø̜rǝfkø̜lǝ (Griendtsveen), watergat: watǝrgat (Griendtsveen) De kuil waaruit men de turf haalt. [I, 15] || De veenkuil is de put of holte in het veen waar-uit turf wordt gegraven of gebaggerd. [II, 10; A 21, 19] II-4
veenplaats grote bonk: grote bonk (Griendtsveen), kleine bonk: kleine bonk (Griendtsveen), strook: strōk (Griendtsveen) De oppervlakte die ontwaterd wordt. [II, 44; II, 43] || Stuk land ter grootte van een veenplaats. Wan-neer het om grauwveen gaat, spreekt men van een vale strook. [II, 44] II-4
veenplas peelkuilen: pelkø̜jlǝ (Griendtsveen), ven: vęn (Griendtsveen), vloosvennen: vlosvɛnǝ (Griendtsveen) Vergelijk het lemma ''plas of meertje midden in de hei''. [II, 11] II-4
veenput put: pøt (Griendtsveen) Zie ook het lemma ''veenkuil''. [II, 42] II-4
venkel venkel: fenkel (Griendtsveen) venkel [SGV (1914)] III-2-3
vergoeden vergoeden: vergoeije (Griendtsveen) vergoeden [SGV (1914)] III-3-1
verjaardag verjaardag: verjoardag (Griendtsveen) verjaardag [SGV (1914)] III-3-2
verklaren verklaren: verkloare (Griendtsveen) verklaren [SGV (1914)] III-3-1