22349 |
verstoppertje spelen |
hegschool houden:
hegschool houwe (L244b Griendtsveen)
|
schuilevinkje spelen [SGV (1914)]
III-3-2
|
18140 |
verstuiken |
verstuiken:
verstöke (L244b Griendtsveen)
|
verstuiken [SGV (1914)]
III-1-2
|
26886 |
vervener |
directeur:
directeur (L244b Griendtsveen)
|
De directeur van een veenmaatschappij. [II, 6]
II-4
|
27051 |
vim |
vim:
vim (L244b Griendtsveen)
|
Een langwerpige hoop opgestapelde turven. In II, 84c is gevraagd naar een ''turfhoop''; in A 25, 2a is gevraagd: "Kent u in uw dialect het woord ''viem'', ''vim'', ''vem'', ''vijm'', ''vum'' of een daarop gelijkend woord in de betekenis van een bepaalde maat, hoeveelheid (graan, hout, turf, enz.)?; in A 25, 2b is gevraagd: "Voor welke zaken gebruikt men deze maat en hoe groot is die?" en in A 25, 2c is gevraagd: "Kent u het woord ook in de betekenis van "stapel"? Uit de Amsterdamse lijsten zijn alleen die opgaven gelicht die op een ''maat voor turf'' of een ''stapel turf'' betrekking hebben. Een vim is smaller dan een bult en langwerpig kegelvormig. In L 245 is de vim 3 à 4 turflengten breed. [II, 84c; A 25; 2a; A 25, 2b; A 25, 2c]
II-4
|
27059 |
vimmen |
vimmen:
vimǝ (L244b Griendtsveen)
|
Als de turf nog te nat is in het najaar, wordt hij gevimd. [II, 85a]
II-4
|
24402 |
visaas |
aas:
oas (L244b Griendtsveen)
|
aas [SGV (1914)]
III-4-2
|
26760 |
vlikken steken |
vlinken steken:
vleŋkǝ stē̜kǝ (L244b Griendtsveen)
|
Steken van vlikken en graszoden of heilappen losmaken. [N 27, 39g; N 27, 1; N 27, 1 add.; I, 38]
II-4
|
24396 |
vlo (enk.) |
vlo:
vlooi (L244b Griendtsveen)
|
vloo [SGV (1914)]
III-4-2
|
34280 |
voer |
voer:
vūr (L244b Griendtsveen)
|
Veevoer. De samenstelling van dit voer is vevarieerd. Afval van hooi en stro, wortels van gras en graan, soorten zaad, zemelen en meel kunnen ingrediënten zijn. [N 5A II, 64a en 64b; RND 97; S 41; L 28, 45; JG 1d; monogr.]
I-11
|
34304 |
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) |
beer:
bēr (L244b Griendtsveen)
|
De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|