id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
20979 | walnoot | walnoot: mv. walneut walnoot (Griendtsveen) | Hoe noemt men de vrucht van de walnoot of okkernoot (Juglans regia L.)? [DC 17 (1949)] III-2-3 |
25204 | warm weerx | warm (weer): wèrm (Griendtsveen) | warm [SGV (1914)] III-4-4 |
26925 | waterlossingen vegen | sloten vegen: slōtǝ vē̜gǝ (Griendtsveen), waterwerk: watǝrwɛrk (Griendtsveen) | Voor een goede afwatering moeten de waterlossingen regelmatig schoongemaakt worden. [II, 17c] II-4 |
26917 | waterlossingvegers | watermannen: watǝrmanǝ (Griendtsveen), waterwerkers: watǝrwęrkǝrs (Griendtsveen) | De mensen die aan de waterlossingen werken. [II, 17b] II-4 |
27045 | waterman | waterman: (mv.) wātǝrmanǝ (Griendtsveen) | Een hoop turf in het vierkant opgebouwd tot 8 √† 9 turven dik hoog. [II, add.] II-4 |
26943 | waterpas maken van de wijk | waterpassen: waterpassen (Griendtsveen) | Door te waterpassen kan men de hoogteligging van de ondergrond leren kennen en kan men ook bepalen welk peil van de wijken in de verschillende delen aan de veenvlakte moet worden gegeven. [II, 22a] II-4 |
26950 | waterpaspalen | baak: bāk (Griendtsveen), paaltjes: pø̜lkǝs (Griendtsveen) | [II, 22b] II-4 |
20435 | weduwe | weeuw: weeuw (Griendtsveen) | weduwe [SGV (1914)] III-2-2 |
20451 | weduwnaar | weeuwenaar: weeuwenèr (Griendtsveen) | weduwnaar [SGV (1914)] III-2-2 |
27095 | weg langs de hoofdvaart | kanaaldijk: kanāldik (Griendtsveen), paardenweg: pē̜rdǝwęx (Griendtsveen), teugelweg: teugelweg (Griendtsveen), wijkdijk: wikdęjk (Griendtsveen) | [II, 97a; N 69, 26a] II-4 |