e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Griendtsveen

Overzicht

Gevonden: 680

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
branden zonder vlam smoken: smōkǝ (Griendtsveen), zulten: zøltǝ (Griendtsveen) Het branden van de turf is vaak een soort smeulen zonder dat hij vlam vat. [I, Ha] II-4
brander van een lamp brander: brāānder (Griendtsveen) brander (v. e. lamp) [SGV (1914)] III-2-1
brandhout brandhout: braandhout (Griendtsveen), brānthoͅu̯t (Griendtsveen) [SGV (1914)]brandhout [SGV (1914)] I-7, III-2-1
brandnetel brandnetel: brannētǝl (Griendtsveen) Urtica L. Van dit zeer algemeen voorkomende onkruid bestaan er twee soorten: de grote brandnetel (Urtica dioica L.) en de kleine brandnetel (Urtica urens L.), die in praktijk eigenlijk niet van elkaar onderscheiden worden. De grote of groffe, die van 30 cm tot meer dan 2 m lang kan worden en hierbij afgebeeld is, groeit meer op stikstofrijke, vaak halfbeschaduwde vruchtbare gronden en stortplaatsen. De kleine of fijne -van 15 tot 60 cm hoog- meer op droge plaatsen, op bouwland en in moestuinen. Beide soorten hebben brandharen en grofgezaagde bladeren, die bij aanraking een brandend gevoel veroorzaken. De bloemen zien eruit als groenige trosjes, bij de grote tot enkele centimenters lang en hangend, en bloeien van juni, respectievelijk mei, tot de herfst. [A 13, 11; L 1, a-m; L 1u, 24; L 5, 15; L 15, 2; S 5; Gi 1, 14; monogr.; add. uit S 25; JG 1b] I-5
breien breien: braien (Griendtsveen) breien [SGV (1914)] III-1-3
broeden, op eieren zitten broeden: brui̯ǝ (Griendtsveen) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broeder broeder: bruur (Griendtsveen) broeder [SGV (1914)] III-3-3
broeds broeds: brȳi̯s (Griendtsveen) Op de vraag "Wat zegt u tegen "broeds" in uw dialect?" antwoordt een aantal informanten met een omschrijving. Deze antwoorden vindt men terug onder de als werkwoord aangeduide woordtypen. [N 19, 43b; L 22, 22; S 5; monogr.] I-12
broeibak broeibak: bruujbak (Griendtsveen) [SGV (1914)] I-7
broek: algemeen boks: boks (Griendtsveen) broek (kleedingstuk) [SGV (1914)] III-1-3