e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
er heet aan toegaan spannen: sjpanne (Gronsveld), stubben: cf. WNT s.v. "stubben"2. stuiven : het stubt er= het gaat er driftig aan toe  sjtöbbe (Gronsveld) er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)] III-1-4
ereboog ereboog: ierebaog (Gronsveld) Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] III-3-2
erf erf: ɛrəf (Gronsveld), mestem: meͅstəm (Gronsveld) I-7
erf en omliggende landerijen hof: huǝf (Gronsveld) De algemene benaming voor het boerenerf met de omliggende landerijen. [N 5AøIIŋ, 76f; L 38, 23] I-8
erfenis (erfdeel) erfdeel: érfdèil (Gronsveld) het geheel van wat iemand van een overledene krijgt [erfenis, erf] [N 89 (1982)] III-3-1
erfgenaam erfgenaam: erfgenaam (Gronsveld) degene die een erfenis of een gedeelte daarvan krijgt [erfgenaam, erf] [N 89 (1982)] III-3-1
ernstig serieus: sirjeus (Gronsveld) van ernst vervuld [serieus, menens, ernstig] [N 85 (1981)] III-1-4
erwt, algemeen erwt: ért (Gronsveld), ɛrt (Gronsveld) erwt || Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5, I-7
erwten- of bonenranken ranken: reenk (Gronsveld) [N Q (1966)] I-7
erwtensoep erwtensoep: értesop (Gronsveld) erwtensoep III-2-3