e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
in ondertrouw gaan zich aangeven: (zich) aongëve (Gronsveld), zich laten aanschrijven: zich laote aonsjriéve (Gronsveld) aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaande echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 87 (1981)] || huwelijksaangifte (een - doen) III-2-2
in verwachting zijn een kromme scholk hebben: vero.  ’nne kromme sjolk hebbe (Gronsveld), get besteld: get besjteld (Gronsveld), get besteld zijn: bie dy ês get besteld (Gronsveld), groot gaan: groet goën (Gronsveld), vero.  groet goën (Gronsveld), in positie zijn: ién pesiésie zién (Gronsveld), in verwachting zijn: ién verwaachting zién (Gronsveld), z te pas zijn: zoo te pas zien (Gronsveld), vero.  zoe te pas zién (Gronsveld) zwanger (- zijn ) || zwanger (zij is - ) || Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 84 (1981)] III-2-2
in voorraad in voorraad: ién v. hebbe (Gronsveld) in voorraad zijn [staan, voorradig zijn] [N 89 (1982)] III-3-1
indigestie (hebben) overeten: üverëte (Gronsveld) Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (muik, overetendheid). [N 84 (1981)] III-1-2
informeren (onoverg.) zich informeren: zich informere (Gronsveld) inlichtingen inwinnen over iets [zich naar iets erkondigen] [N 85 (1981)] III-1-4
ingemaakt voedsel weck: wêk (Gronsveld) weck (inmaak) III-2-3
ingetogen rustig: röstige (Gronsveld) zich onthoudend van buitensporigheden of uitspattingen, niet opzichtig [stil, bedaard, stemmig, ingetogen] [N 85 (1981)] III-1-4
ingewanden ingewand: iengewand (Gronsveld), ingewanden: iengewande (Gronsveld) ingewanden [N 10a (1961)] III-1-1
ingezaaid land ingezaaid: ingǝziǝt (Gronsveld) Wat men zegt van een akker wanneer alle bewerkingen tot en met het inzaaien verricht zijn. Zie ook het lemma ''pletplank, treedplankje'' in aflevering I.2, blz. 168. Het lemma bevat bijvoeglijke naamwoorden (attributief of predicatief gebruikt: ''ingezaaid land'' en ''het land is ingezaaid''), en, achterin, enkele zelfstandige naamwoorden en zegswijzen. [N 11A, 133b; N M, 25; monogr.] I-4
ingrijpen ingrijpen: iengriépe (Gronsveld) met gezag en kracht tussenbeide komen [roffen, ingrijpen] [N 85 (1981)] III-1-4