e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kaakbeen(rand) raak: de roak (Gronsveld), raoeke (Gronsveld, ... ) kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)] || Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)] III-1-1
kaal (zijn), kaal hoofd kletskop: n kletskop (Gronsveld), maneschijn: n maonesjien (Gronsveld) kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)] III-1-1
kaam kaam/kamen: kø̜̄m (Gronsveld) Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.] II-2
kaantjes krapjes: krepke (Gronsveld), krepkes (Gronsveld), krèpkes (Gronsveld) kaantje (uitgebakken spek) || vetklonters die overblijven bij het smelten van runds- of varkensvet [N 06 (1960)] III-2-3
kaar kaar: kār (Gronsveld) Trechtervormige bak boven de bovenste molensteen waarin het te malen graan wordt gestort. Zie ook afb. 78. [N O, 19i; N O, 41a; A 42A, 37; N D, 11; Sche 51; Vds 148; Jan 155; Coe 136; Grof 157; monogr.] II-3
kaars bougie (fr.): bôzzjie (Gronsveld), kaars: kiëts (Gronsveld), kīəts (Gronsveld) kaars [RND] III-2-1
kaarsendomper domphorentje: doomphuünsje (Gronsveld) kapje om kaarsen te doven III-2-1
kaart met prentje prentje: preensje (Gronsveld) Een kaart met een prentje erop [beeld, pop, prentje]. [N 88 (1982)] III-3-2
kaarten (ww.) een kaartje omleggen: Sub ömlegke.  e kërtsje ömlegke (Gronsveld), kaarten: koͅ.ərtə (Gronsveld), käorte (Gronsveld) kaarten [RND] || Kaartspelen. || n Kaartje leggen. III-3-2
kaarten bijnemen fetteren: fettere (Gronsveld), alleen bij toppe  fettere (Gronsveld) (Kaartterm) Het vragen van nieuwe kaarten bij het tôppe. || Kaarten bijnemen [rafelen, fretten]. [N 88 (1982)] III-3-2