e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kamerstoel stellinkje: sjtellingske (Gronsveld, ... ) Klein draagbaar gemak in de vorm van een stoel (gemakstoel, kakstoel, kamerstoel, kakkedoor, stilletje) [N 79 (1979)] || verplaatsbare w.c. III-2-1
kamille (alg.) mater: matricaria chamomilla L.; sterk riekend. cf Mnl. mater "moederkruid  maoter (Gronsveld) kamille, soort III-4-3
kamizool kamizool (<fr.): Fr. camisole. Zie ook afb. p. 204.  kammezol (Gronsveld) vest zonder mouwen III-1-3
kammen kammen: wie ich ⁄t wou kemme gong m⁄ne kaamp kepot (Gronsveld) Kammen. Toen ik ’t wou kammen ging mijn kam stuk. [DC 39 (1965)] III-1-3
kampen kampen: kaampe (Gronsveld), Wordt slechts gebruikt in de onbep. wijs.  kaampe (Gronsveld), kavelen: käovele (Gronsveld) 2. Vaststellen wie de winnaar is bij gelijke stand na het spel. || Doorspelen totdat er één winnaar is. || Uitmaken wie de winnaar is bij gelijke stand [kamp, kavalen, kanteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
kandelaar kandelaber: kandelaber (Gronsveld), luchter: luchter (Gronsveld), luchters (Gronsveld) kandelaar || lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
kandijsuiker borstsuiker: boersôkker (Gronsveld) kandijsuiker III-2-3
kaneel kaneel: kniel (Gronsveld) kaneel III-2-3
kans kans: kaans (Gronsveld, ... ) De mogelijkheid, waarschijnlijkheid om te winnen of te verliezen [kans, hasard]. [N 88 (1982)] || kans || kans: Als hij - ziet zal hij proberen je te bedriegen [DC 35 (1963)] III-1-4, III-3-2
kantstijl montant: mǫntaŋ (Gronsveld) Het buitenste rechtopstaande deel van de vergaring van een paneeldeur. [N 55, 26b; monogr.] II-9