e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klokhuis keets: ketsj (Gronsveld), ideosyncr. additie bij vraag 80: klokhuis  ketsj (Gronsveld), kits: ketsj (Gronsveld, ... ) Hoe noemt men het binnenstee van een appel? (klokhuis) [DC 31 (1959)] || klokhuis [N 82 (1981)] I-7, III-2-3
klomp klomp: kloomp (Gronsveld, ... ), klōmp (Gronsveld) In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp || schoeisel bestaande uit een uitgehold stuk hout, houten schoen [klomp, kloon, blok, holsblok, klopper, lolleblok, sabot] [N 86 (1981)] II-12, III-1-3
klompenmakersgereedschap klompengetuig: klōmpǝgǝtȳx (Gronsveld) In het algemeen al het gereedschap dat de klompenmaker nodig heeft om klompen te vervaardigen. [N 97, 10; A 29, 2 add.; monogr.] II-12
klompspijkertje klompennagel: klompǝnǭǝgǝl (Gronsveld) Kort spijkertje met brede, platte kop waarmee de klompenriem aan de klomp wordt vastgemaakt. [N 97, 144; monogr.] II-12
klont klotsje: klötsje (Gronsveld) klontje (suiker) III-2-3
klonteren klonteren: kleuntere (Gronsveld) klonteren; Hoe noemt U: Tot klonters koken, gezegd van b.v. pap (koeken, klonteren) [N 80 (1980)] III-2-3
klopper, garde klopper: klopper (Gronsveld), klöpper (Gronsveld, ... ) garde (keukengereedschap) || Keukeninstrument voor b.v. het kloppen van room of eieren bestaande uit een aantal lusvormige draden die in een handgreep samenkomen (klopper, garde) [N 79 (1979)] III-2-1
kloven schronden: sjronne (Gronsveld) kloven in de hand [kloove, klieve, sprunge, kreewe] [N 10 (1961)] III-1-2
kluit fom: fom (Gronsveld, ... ) (Langwerpig) stuk brandstof, geperst uit steenkool- of bruinkoolgruis, fijngemaakte turf of houtskool met water en leem vermengd (briket, kluit, slof) [N 79 (1979)] || briket van kolengruis en leem III-2-1
kluit aarde klot: klǫt (Gronsveld) [N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.] I-8