e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kolenslik schlamm (d.): sjlaam (Gronsveld) kolenslik III-2-1
kom pateel: petiel (Gronsveld) ondiepe, aarden kom III-2-1
komen komen: kūəmə (Gronsveld) komen [RND] III-1-2
komfoor komfoor: komfoer (Gronsveld) komfoor III-2-1
komijnekaas communiekaas: kemuniekies (Gronsveld), kantert: kaantert (Gronsveld) komijnekaas || Komijnekaas (kantert, kemuuniekaas?) [N 16 (1962)] III-2-3
komisch belachelijk: beléchelik (Gronsveld) lachwekkend omdat de tegenstelling tussen het gepretendeerde en het werkelijke doorzien wordt [komisch, vies] [N 85 (1981)] III-1-4
konijn konijn: knijn (Gronsveld) konijn III-2-1
konijnenhol aard: Gronsveld Wb  êrd (Gronsveld) Hoe noemt u het in de grond uitgegraven verblijf van een konijn (kneut, pijp, potje) [N 83 (1981)] III-4-2
konijnenjong konijntje: kneͅi̯nšəs (Gronsveld) konijn, jongen ve konijn [N 19 (1963)] III-2-1
koning koning: kuəniŋ (Gronsveld), kȳ(ǝ)neŋ (Gronsveld) De zware staande as die bij de Hollandse molen de drijfkracht van de roeden overbrengt vanaf het aswiel via wieg of bovenbonkelaar en spoorwiel naar de rondsels van de staakijzers. Zie ook afb. 64.23. [N O, 50d; Sche 40; monogr.; A 42A, 14] || koning [RND] II-3, III-3-1