e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pad aanmaaien ingehouwen (stuk, baan): īngǝhǫu̯ǝ (Gronsveld) Zie het voorgaande lemma; hier de werkwoorden en bijvoeglijke naamwoorden. [monogr.; add. uit N 15, 25b] I-4
paddestoel (alg.) paddestoel: padəšto.əl (Gronsveld) paddestoel [RND] III-4-3
pafferig dik, opgeblazen van lijf opgeblazen (dik): opgeblaoze (Gronsveld, ... ) dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)] || opgeblazen van lijf [poesterig] [N 10 (1961)] III-1-1
paillette paillette (fr.): pajêtte (Gronsveld) een plaatje of reepje gouden of zilveren folie, tot versiering van kledingstukken [pailetten, gitten] [N 86 (1981)] III-1-3
pak slaag rammel: rammel (Gronsveld), slaag: sjlèg (Gronsveld), zwens: zjwens (Gronsveld) Pak slaag (tek, travans, streep, smeer, batter, roefel, kiffel, pek). [N 84 (1981)] III-1-2
pak, kostuum montering: Vero.  montoéring (Gronsveld), pak: pak (Gronsveld), b.v. e soondes en e sjwèrdes -.  pak (Gronsveld), pakje: b.v. De joûng haw mêt zn kemunie e sjoen - aon.  pekske (Gronsveld) `s zondags kostuum met vest || kostuum || kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)] || pak, kostuum III-1-3
paling, aal aal: iel (Gronsveld, ... ), geen verschil  iel (Gronsveld) aal, paling [DC 10 (1941)] || paling III-4-2
palmboompje palm: palm (Gronsveld) palm III-4-3
pandoeren (kaartspel) pandoeren: pandoere (Gronsveld) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
pannen poppen pannen poppen: panǝ popǝ (Gronsveld) De voegen tussen dakpannen met behulp van stropoppen afdichten. Het woordtype 'poppen' werd in L 210 en omgeving ook gebruikt voor ø̄het fabriceren van bosjes stro voor het dekken van oude dakenø̄. [monogr.; N 32, 44d] II-9