e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pannen schuren schuren: sjore (Gronsveld), šōrə (Gronsveld) metaal met behulp van water en zand of andere schurende middelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)] || Vlekvrij maken van b.v. pannen door te schuren b.v. met zand (schuren, schrobben) [N 79 (1979)] III-2-1
pannenkoek koek: kook (Gronsveld), koekje: keukske (Gronsveld), pannenkoek: pannekook (Gronsveld) Pannekoek, heel in het algemeen (struif, flenske, koekebak?) [N 16 (1962)] || pannenkoek III-2-3
pannenkoekenbeslag deeg: dĕĕg (Gronsveld) Beslag voor het bakken van pannekoeken (timper?) [N 16 (1962)] III-2-3
pannenlap pannenlap: pannelap (Gronsveld) lap waarmee men hete voorwerpen van het vuur neemt (kwezel) [N 20 (zj)] III-2-1
pannenstrijker voegijzer: vōx˱īzǝr (Gronsveld) Smalle, lange troffel die wordt gebuikt om specie tussen de pannen te strijken. Zie ook afb. 77. [N 30, 8d; monogr.] II-9
pannentang leitang: lęjtaŋ (Gronsveld) Lange nijptang waarmee de dakdekker stukken van pannen afknipt wanneer ze aan het ondereinde een schuine richting moeten hebben. Zie ook afb. 76. [N 30, 17; monogr.] II-9
pantoffel pantoffel: pentôffel (Gronsveld), slof: sjloffe (Gronsveld), sjlôf (Gronsveld), sjlôffe (Gronsveld) Hoe noemt men de pantoffels? [DC 09 (1940)] || pantoffel || Pantoffel. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men in uw dialect die met een opstaande achterkant? [DC 44 (1969)] III-1-3
pap pap: pap (Gronsveld, ... ) brij; Hoe noemt U: Half vast, half vloeibaar gekookt gerecht van een heel of half gemalen graansoort (gort of meel) of rijst (brij, kwet, prol, pap) [N 80 (1980)] || pap [DC 35 (1963)] || Pap, heel in het algemeen [N 16 (1962)] III-2-3
paraplu paraplu: parepluu (Gronsveld), perrepluu (Gronsveld) paraplu [N 23 (1964)] III-1-3
parel parel: vgl. p. 344: pèirel, zie piérel.  piérel (Gronsveld) kraal III-1-3