e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

Gevonden: 4947
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
betten van een wonde baden: bieje (Gronsveld) lessen: Een wonde betten (lessen, betten). [N 84 (1981)] III-1-2
beugelbaan beugelbaan: bugelbaon (Gronsveld) Beugelbaan, baan waarop het beugelspel beoefend wordt. III-3-2
beugelen beugelen: bugele (Gronsveld, ... ) 2. In de beugelbaan spelen. || Het balspel waarbij een bal door een ijzeren ring, beugel geslagen moet worden [beugelen, klossen, kolven]. [N 88 (1982)] III-3-2
beugelring ring: reenk (Gronsveld) De ijzeren ring van de beugelbaan [beugel, poort, ring]. [N 88 (1982)] III-3-2
beuk beuk: beuk (Gronsveld), -  beuk (Gronsveld) beuk (Fagus) [DC 39 (1965)] || beukeboom III-4-3
beukennootje beukennootje: -  beukenuutsjes (Gronsveld) beukennootje [DC 39 (1965)] III-4-3
bevallen een kind krijgen: Ook: e kênneke kriege.  e keend kriége (Gronsveld) Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 84 (1981)] III-2-2
bevelen commanderen: kommendere (Gronsveld), commanderen (<fr.): kommendere (Gronsveld) iemand nadrukkelijk of met gezag opdragen iets te doen [heten, hieten, ordenen, bestellen, bevelen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
bevend schudden met de huid (zich) schuddelen: šø̜dǝlǝ (Gronsveld) Rillen, beven, huiveren, vooral na zware arbeid, bij koude en uit angst. [N 8, 66 en 68] I-9
bevertjes bevernel: briza media GrTh 216  bëvernel (Gronsveld) trilgras III-4-3