e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rijksdaalder stuk: e sjtuk (Gronsveld) rijksdaalder, een ~ [vijftiger, knaak, ploegrol?] [N 21 (1963)] III-3-1
rijn rijn: rijn (Gronsveld) Algemene benaming voor het van vier klauwen voorziene ijzeren kruis in het middengat van de draaiende molensteen dat dient om de draaiïng van het staakijzer op de steen over te brengen. Zie voor de benamingen voor speciale rijntypen de lemmata ɛtweetakrijnɛ, ɛdrietakrijnɛ en ɛbalanceerrijnɛ.' [N O, 15a; A 42A, 20; N D, 18; Sche 45; Vds 84; Jan 122; Coe 100; Grof 120] II-3
rijp rijp: rīēp (Gronsveld) rijp [RND] III-2-3
rijp vormen, rijpen rijmen: rijme (Gronsveld), ⁄t rijmp (Gronsveld), t Hèt dis naach gerymp. (ook: "geroévros").  ryme (Gronsveld), rouwvrosten: ⁄t roevros (Gronsveld) rijm, rijp, bevroren dauw of mist || vriezen zodanig dat zich rijm op de bomen vormt [rouwvorsten, rijmen] [N 22 (1963)] III-4-4
rijp, rijmx rouwvrost: roevros (Gronsveld, ... ) rijm, bevroren dauw of nevel die zich afzet op de takken [waterrijm, roevros] [N 22 (1963)] || rijp, rijm [DC 48 (1973)] III-4-4
rijshout, bonenstaak erwtenrijs: érteriés (Gronsveld), érteriézer (Gronsveld) erwtenrijs I-7
rijskast broodkast: brutkas (Gronsveld), rijskast: rīskas (Gronsveld, ... ) De kast - meestal een onderdeel van een (modernere) oven - waarin de narijs plaatsvindt. Vraag N29, 39a ("Waar vindt deze narijs plaats?") is door de verschillende antwoorden in verschillende lemmata gesplitst. Algemene benamingen als bakkerij (in L 270, 292, 372, 377, 383, Q 99*, 121e, 198b), een warme plaats (in L 318b, 414) een keuken (in Q 28), het bakhuis (in Q 3, 121c), bakker (L 250), onder een zak (Q 121), tussen deegkleedjes (Q 20) zijn niet fonetisch gedocumenteerd. [N 29, 39a; N 29, 37] || De kast waarin de bolrijs plaatsvindt. In vraag N 29, 35b werd gevraagd in het algemeen waar de bolrijs geschiedde. Het gevolg was een aantal opgaven dat een algemene plaatsaanduiding inhield. Zo gaf men voor de "plaats van de bolrijs" benamingen op als bakkerij (in K 314, L 270, Q 198b), bakhuis (in Q 3, 28, 121, en Q 191), verwarmd vertrek (in Q 30) of warme plaats bij de oven of het fornuis (in L 414, L 318b en L 321), tussen of op meelzakken (in L 331 en L 432) of op hortjes (in Q 112). Deze benamingen zijn niet fonetisch gedocumenteerd. [N 29, 35b; N 29, 35a; N 29, 105e] II-1
rijsplank plank: %%meervoud%%  plāŋkǝ (Gronsveld) De plank, planken of een rek waarop de bolrijs plaatsvindt. [N 29, 35b] II-1
rijst rijst: riés (Gronsveld) rijst III-2-3
rijstebrij rijstepap: riestepap (Gronsveld) Rijstebrij (pötjesbulling?) [N 16 (1962)] III-2-3