e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
smidsbed smis(se)bed: šmes˱bɛt (Gronsveld) Het horizontale, van baksteen of ijzer vervaardigde werkvlak van een smidsvuurhaard waarin één of meer stookgaten zijn aangebracht. [N 33, 10; monogr.] II-11
smidse smis(se): šmes (Gronsveld) In het algemeen de werkplaats van een smid en meer in het bijzonder de plaats waar de smidsvuurhaard is ondergebracht. Zie ook afb. 1. [N 33, 5; S 33; JG 1a; JG 1b; monogr.] II-11
smullen smullen: sjmölle (Gronsveld), vette muil krijgen: vêtte moûjl kriége (Gronsveld) eten (lekker -) || smullen; Hoe noemt U: Lekker eten, met veel plezier eten (smullen, smikkelen, snollen) [N 80 (1980)] III-2-3
snauwen snauwen: sjnawwe (Gronsveld) bits, op bijtende toon spreken [snibben, snauwen, bitsen, toesnappen, grauwen, knappen] [N 85 (1981)] III-3-1
snauwen, grauwen grozen: grauze (Gronsveld), snauwen: sjnawwe (Gronsveld, ... ) bits, op bijtende toon spreken [snibben, snauwen, bitsen, toesnappen, grauwen, knappen] [N 85 (1981)] || grauwen: Je hoort hem de hele dag snauwen en - [DC 35 (1963)] || snauwen: Je hoort hem de hele dag - en grauwen [DC 35 (1963)] III-1-4
snavel bek: bek (Gronsveld), snavel: sjnäovel (Gronsveld), andere vogels hebben een "bek  sjnäovel (Gronsveld) snavel v zwemvogels || snavel: de hoornachtige bek van een vogel (snavel, bek) [N 83 (1981)] III-4-1
sneb sneb: šnɛp (Gronsveld) Wit vlekje op de snuit van de koe. [N 3A, 137] I-11
snede van het blad van de zeis blad: blǭt (Gronsveld), snid: šnīǝt (Gronsveld) De scherpe snijdende binnenzijde van het blad van de zeis. Zie afbeelding 5, nummer 4. Bedoeld is hier de algemene benaming voor de snijkant van de zeis. In sommige gebieden, met name in enkele dorpen tussen het waat-gebied (in het noorden van Belgisch Limburg) en het snede-gebied (in het zuiden ervan) wordt onderscheid gemaakt tussen de eigenlijke snede en het haarpad: de smalle rand die bij het haren op het zeisblad wordt geslagen en waarvan de snede het uiteinde vormt. Zie voor deze laatste het volgende lemma: ''haardpad''. Wanneer er meer dan één variant voor een plaats was opgegeven, is bij voorkeur het materiaal van de mondelinge enquêtes in gebracht.' [N 18, 68d; JG 1a, 1b, 2c; add. uit N 17, 100; monogr.] I-3
snee brood rib: rip (Gronsveld), snaai: sjnaoj (Gronsveld), snede: sjnèj (Gronsveld, ... ) snede; Hoe noemt U: Een snee brood (snee, rondommer) [N 80 (1980)] || snee III-2-3
sneeuwbal sneeuwbal: sjniebaal (Gronsveld) Een bal van samengepakte sneeuw [sneeuwbal, jupke]. [N 88 (1982)] III-3-2