| 17915 |
sprokkelen |
sprokkelen:
sjprokkele (Q193p Gronsveld)
|
Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, stekkeren). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 21545 |
sprookje |
vertelseltje:
vertelselke (Q193p Gronsveld)
|
een kindervertelsel [spruik] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 21007 |
spruiten |
spruitbalken:
šprūt˱bɛlǝk (Q193p Gronsveld),
spruiten:
sjproete (Q193p Gronsveld)
|
De twee dwarsbalken - een korte en een lange - die door de molenkap lopen en daar aan weerszijden uitsteken. Aan de uiteinden van de spruiten zijn de schoren bevestigd. Zie ook afb. 25 en 26. [N O, 52a; Sche 27; A 42A, 86] || spruitkool, spruiten als gerecht [N Q (1966)]
II-3, III-2-3
|
| 24516 |
spruiten, uitbotten |
uitlopen:
ideosyncr.
oĕtloüpe (Q193p Gronsveld)
|
Uitlopers krijgen, loten vormen, gezegd van planten, bomen (spruiten, uitbotten). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 33637 |
spruitkool, spruitje |
spruiten:
sjproete (Q193p Gronsveld),
sjproét (Q193p Gronsveld)
|
[N Q (1966)]spruitkool
I-7
|
| 34286 |
spruitpot |
voerketel:
vōrkētǝl (Q193p Gronsveld)
|
Pot waarin men koren kookt, zodat het gaat zwellen. Vervolgens voert men dit aan beesten met name aan het paard. [N 18, 129]
I-11
|
| 18066 |
spruw |
spruw:
sjpruu (Q193p Gronsveld)
|
Spruw: de ontsteking van het slijmvlies in de mondholte vooral bij zuigelingen; aanvankelijk wordt dit vlies hoogrood en later met witte stippen bedekt (spruw, schuil, steenhuffel). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 17910 |
spuiten |
spuiten:
sjpuete (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
persen, Met kracht vloeistof door een nauwe opening ~ (spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen). [N 84 (1981)] || spuiten, met kracht door een nauwe opening naar buiten geperst worden, gezegd van water [spruiten, spritsen, sprietelen] [N 81 (1980)]
III-1-2, III-4-4
|
| 19428 |
spuwbakje, kwispedoor |
ketspotje:
kaatspötsje (Q193p Gronsveld),
rochelpotje:
röchelpötsje (Q193p Gronsveld),
spijbakje:
sjpybekske (Q193p Gronsveld),
spuibakje:
(röchelpötsje)
sjpybekske (Q193p Gronsveld)
|
kwispedoor, spuwbakje || Spuwpotje of -bakje (spuwbakje, tufbak, speekbak, kwispedoor, kwispeldoer) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 33515 |
staakbonen |
stekbonen:
sjtekboen (Q193p Gronsveld)
|
stokboon
I-7
|