18815 |
verwachting |
afwachting:
aofwaachting (Q193p Gronsveld)
|
het wachten op iets, meestal op iets positiefs [lous, loos, verwachting] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20171 |
verwantschap |
familie zijn:
femiélie zién (Q193p Gronsveld)
|
het verwant-zijn, de familiebetrekkingen, de verwantschap [parentatie] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
19779 |
verwarmen, stoken |
stoken:
sjtoeëke (Q193p Gronsveld),
sjtoëke (Q193p Gronsveld)
|
stoken [DC 35 (1963)]
III-2-1
|
30024 |
verweerde kalk |
verweerde kalk:
vǝrwęǝrdǝ kalǝk (Q193p Gronsveld)
|
Ongebluste kalk die langdurig aan vochtige lucht werd blootgesteld en daardoor met water en koolzuur is verzadigd. Verweerde kalk blust zeer moeilijk. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Kalk blussen'. [N 30, 29b; monogr.]
II-9
|
24497 |
verwelken |
versloeieren:
ideosyncr.
versjlôjere (Q193p Gronsveld)
|
Slap worden en geur en kleur verliezen, gezegd van bloemen (Slekkeren, verwelken, verflensen). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24555 |
verwelkt |
versloeierd:
ideosyncr.
versjlôjerd (Q193p Gronsveld)
|
Verwelkt, gezegd van bloemen (pens). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
20304 |
verwend kindje |
bedorven stuk:
bedoürve sjtök (Q193p Gronsveld)
|
een bedorven, door en door verwend kind [babaard, babbe, kinnebaba] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
21795 |
verwensen |
verwensen:
verweense (Q193p Gronsveld)
|
iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
23179 |
verwoed kaarter |
kaartmoer:
käortmoor (Q193p Gronsveld)
|
Verwoed kaartspeelster of -speler.
III-3-2
|
21806 |
verzoek |
verzoek:
verzeuk (Q193p Gronsveld)
|
het vragen iets te willen doen, verzoek [bede] [N 85 (1981)]
III-3-1
|