e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wilg (alg.) wijde: wy (Gronsveld), -  wej (Gronsveld) wilg || wilg (Salix) [DC 28 (1956)] III-4-3
wilgenkatje katje: ketteke (Gronsveld), ideosyncr.  ketteke (Gronsveld), zaalwijde: zäowy (Gronsveld) De aarachtige bloeiwijze van sommige bomen, katje (kat, katje, poeske, prop, stop, knop). [N 82 (1981)] || wilgenkatje || wilgensoorten III-4-3
wilgensoorten zaalwijde: katjes zijn groener en dikker  zaoëlwej (Gronsveld) wilgensoorten [DC 28 (1956)] III-4-3
wilgenteen wis: ideosyncr.  wis (Gronsveld) De tak, wijg van een wilg (wis, poot, sliet). [N 82 (1981)] III-4-3
willen willen: wĕlle (Gronsveld), wêlle (Gronsveld) willen || willen (geen context) [DC 38 (1964)] III-1-4
wimper plimp: plump (Gronsveld) wimper [DC 01 (1931)] III-1-1
wind poep: póép (Gronsveld), scheet: sjiĕt (Gronsveld) Wind: ontsnappende darmgassen, een buikwind (scheet, veest, poepje, wind). [N 84 (1981)] III-1-1
windborden stormplanken: štǫrǝmplɛŋk (Gronsveld  [(id)]  ), windplanken: windplanken (Gronsveld) De planken die tussen voorzoom en roedebalk worden geplaatst om de windvang te vergroten. [N O, 4a; A 42A, 67; Sche 35] II-3
winddroog winddroog: went˱drȳx (Gronsveld) Gezegd van metselstenen die aan de oppervlakte droog en inwendig nat zijn. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Metselstenen bevochtigen'. [N 31, 13b] II-9
winderig weer wild (weer): weeld wèer (Gronsveld), winderig (weer): wênderig (Gronsveld) winderig weer [zuchtig] [N 22 (1963)] || winderig, gezegd van het weer [zuchtig] [N 81 (1980)] III-4-4