e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

Gevonden: 4947
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
buitenverblijf buitenverblijf: boéteverblie⁄f (Gronsveld) Een groot huis met een tuin buiten de stad; vaak het buitenverblijf van in de stad wonende mensen (villa, landhuis, buitenverblijf, campagne, buiten, hof) [N 79 (1979)] III-2-1
buitenzak op een jas tas: tès (Gronsveld) buitenzak in een jas [jassetes] [N 23 (1964)] III-1-3
buizerd buizerd: beuzerd (Gronsveld), buizerd (Gronsveld), buizert (Gronsveld), bûizerd (Gronsveld) buizerd || buizerd (54 grote, plompe, slome vogel; brede vleugels en korte staart; vaak op paaltjes in weilanden; vaak te zien; broedt zeldzaam in bossen [N 09 (1961)] III-4-1
bullebak bullebak: bullebak (Gronsveld) iemand die probeert door nors, ruw optreden anderen bang te maken [woew, bietebouw, bullebak] [N 85 (1981)] III-3-1
bult buik: būk (Gronsveld) Naar voren komend gedeelte van het metselwerk van een muur. Bulten in een muur kunnen ontstaan door onnauwkeurig metselwerk. Ook door ouderdom of verzwakking van het metselwerk kunnen muren uitzetten en zo bulten ontwikkelen. [N 31, 47b] II-9
bundel groenten busseltje: ideosyncr.  bösselke (Gronsveld) Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)] III-2-3
bunzing fis: vis (Gronsveld) bunzing III-4-2
burenovertrek bageren: bagere (Gronsveld) Het gebruik dat bij een verhuizing het gezin op versierde wagens naar de nieuwe woning gebracht werd. [N 88 (1982)] III-3-2
burries van de landrol bomen: b˙ø̜i̯m (Gronsveld), gestel: kǝrštɛl (Gronsveld) De beide bomen aan het raam van de ijzeren rol, waartussen het paard wordt ingespannen. [JG 1a; N 11A, 185d; monogr.] I-2
bus bus: bös (Gronsveld) bus: Wij moeten ons haasten om de - te halen [DC 27 (1955)] III-3-1