e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
flemen bedelen: bëdele (Gronsveld) vragen op een vleiende toon [afkuiten] [N 85 (1981)] III-3-1
flets flets: flets (Gronsveld), pips: pups (Gronsveld) Flets: ongezond bleek of vaal van gelaatskleur (flets, geeps, kwips, pips). [N 84 (1981)] III-1-2
flink; flinke persoon flink: fleenk (Gronsveld) flink III-1-4
fluim fluim: fluim (Gronsveld, ... ) fluim [klad, kwalster, kwaaier] [N 10a (1961)] III-1-2
fluimen uitspuwen uitgooien: oetgoeje (Gronsveld) spuwen: fluimen uitspuwen [kwalstere, kwaajere, uitgooje] [N 10 (1961)] III-1-2
fluisteren stilletjes zeggen: sjtellekes zegge (Gronsveld) fluisteren [DC 16 (1948)] III-3-1
fluwelen broek velours (fr.) broek: floere brook (Gronsveld) fluwelen broek III-1-3
fooi drinkgeld: dreenkgéld (Gronsveld) de gift in geld aan iemand die een dienst verleend heeft (vanwege zijn beroep) [fooi, pree, drinkgeld] [N 89 (1982)] III-3-1
forsgebouwde koe bonk: bōŋk (Gronsveld) [N 3A, 141a] I-11
franje fronjel: fräonzjel (Gronsveld) 1. franje, reeks afhangende draden ter versiering III-1-3