19264 |
gewillig |
gewillig:
gewêllig (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
gewillig || graag bereid om iets te doen [gewillig, gemoeiig, geer] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19135 |
gewoonte |
certifitude:
vero.
sertefetuút (Q193p Gronsveld),
gewente:
gewènte (Q193p Gronsveld),
gewoonte:
gewoente (Q193p Gronsveld)
|
gewoonte
III-1-4
|
17564 |
gewricht |
gewricht:
e gevriech (Q193p Gronsveld)
|
gewricht, gewrichten (draaipunt in het beenderstelsel) [gewrichte, gewervele, gewerve] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20221 |
gezelschap |
bende:
bende (Q193p Gronsveld),
compagnie (fr.):
komenij (Q193p Gronsveld),
kleur:
kleur (Q193p Gronsveld),
kliek:
klik (Q193p Gronsveld)
|
de persoon of personen waarmee men samen is [komplot, kompagnie] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
17588 |
gezicht |
gezicht:
gezich (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
gezicht [DC 01 (1931)] || Gezicht, gelaat: het voorste gedeelte van het hoofd, beneden de grens van de haarinplanting, het aangezicht (gezicht, wezen, kroost, facie, smikkel). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
17589 |
gezicht (spotnamen) |
bakkes:
bakkes (Q193p Gronsveld),
snuits:
sjnoets (Q193p Gronsveld),
tronie:
tronie (Q193p Gronsveld)
|
gezicht, gelaat: spotbenamingen [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20327 |
gezin |
gezin:
gezên (Q193p Gronsveld),
huishouden:
hoéshawe (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
gezin || man, vrouw en kinderen bij elkaar, het gezin [volk, huishouden, kot] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
17970 |
gezond |
gezond zijn:
gezoond (Q193p Gronsveld)
|
Gezond (zijn): niet ziek (gezond, goed, nuver,eerlijk, gaaf, krek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
32865 |
gezwad, regel gemaaid gras |
gemad:
gǝmāt (Q193p Gronsveld),
gǝmǭǝt (Q193p Gronsveld)
|
De in dit lemma opgenomen woorden zijn van toepassing op de regel afgemaaid gras zoals een maaier die al voortgaande aan zijn linkerzijde vormt. Zie de toelichting bij het voorgaande lemma. = Bij de plaatscode duidt op gelijkheid van de benamingen voor zwad en gezwad in deze plaats; zie ook de kaart. [N 14, 93; JG 1a, 1b, 2c; A 16, 1b; A 4, 28 add.; A 23, 16 add.; L 8, 137; L 20, 28 add.; S 47; Gwn 7, 9; Lu 1, 16 II add.; monogr.]
I-3
|
18038 |
gezwel |
gezwel:
e gezjwel (Q193p Gronsveld)
|
gezwel [bel] [N 10 (1961)]
III-1-2
|