20638 |
appelbol |
appelbol:
appelbol (Q193p Gronsveld)
|
Appelbol (krollebol, kokkerebol, kollemol, zomerbroodje, appelbol, appelbroodje, ballebuuze?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33494 |
appelboom |
appelboom:
appelboüm (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld),
appelboompje:
Vraag: "appelboomjes", diminutief gelaten; enkelvoud opgenomen
appelbeumkə (Q193p Gronsveld)
|
[DC 03 (1934)]appelboom
I-7
|
20698 |
appelmoes |
appelenprots:
appeleprôts (Q193p Gronsveld),
appeleprôtsj (Q193p Gronsveld),
appelmoes:
appelmoos (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
appelmoes || Appelmoes (appelpommee?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21119 |
appels van de boom schudden |
schuddelen:
ideosyncr.
sjöddele (Q193p Gronsveld)
|
Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
20744 |
appeltaart |
taartenpom:
toertepom (Q193p Gronsveld)
|
Appeltaart (tartepom?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20753 |
appeltaartje |
appelentaartje:
appeletuurtsje (Q193p Gronsveld),
toeslagje:
toûwsjlègske (Q193p Gronsveld)
|
Appeltaartje (tartepumke, toeslaag?) [N 16 (1962)] || gebak (bep. driehoekig -)
III-2-3
|
24119 |
appelvink |
appelvink:
appelveenk (Q193p Gronsveld),
met tekening
appelveenk (Q193p Gronsveld),
dikbek:
dikbek (Q193p Gronsveld)
|
appelvink || appelvink (18 grote snavel, kort staartje; grote vogel; zeer schuw; zeldzaam; vreet vruchtenpitten; roep [ptik] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
21848 |
arbeid |
werk:
wérk (Q193p Gronsveld)
|
het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
30265 |
architraaf |
chambranle:
šǝmbraŋ (Q193p Gronsveld)
|
Zie kaart. Omlijsting van een raam- of deurkozijn, doorgaans in de vorm van een geprofileerde lat. In de eenvoudigste vorm bestaat de architraaf uit een koplat die op het kozijn wordt gespijkerd. Meestal wordt er echter een platstuk aan toegevoegd dat met de koplat een geheel kan uitmaken of ook wel afzonderlijk met een sponning in de koplat wordt gewerkt. Wanneer de architraaf breder is dan het kozijnhout, worden in de muur architraafklossen gemetseld waartegen de architraaf kan worden vastgezet. [N 55, 20; N 55, 145; monogr.]
II-9
|
24937 |
arduin, hardsteen |
blauwe steen:
bloûwe sjtèin (Q193p Gronsveld)
|
hardsteen, harde, meest blauwgrijze kalksteen, gebruikt voor stolpen, hoekstenen enz [arduin] [N 81 (1980)]
III-4-4
|