25272 |
are, maat van 100 m2 |
roede:
(± 400 m2
rooj (Q193p Gronsveld)
|
roede (oppervlaktemaat, 100 m2)
III-4-4
|
33100 |
aren lezen |
zomeren:
zyǝmǝrǝ (Q193p Gronsveld),
zȳmǝrǝ (Q193p Gronsveld)
|
Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2]
I-4
|
32877 |
arend van de zeis |
pin:
pēn (Q193p Gronsveld)
|
Het blad van de zeis loopt aan de zijde waar het met de steel verbonden is uit in een smal, vaak extra verstevigd, stukje staal, de arend, dat tegen de steel van de zeis aanligt en door middel van de zeisring daaraan wordt vastgemaakt. Aan het uiteinde is de arend voorzien van een nokje dat in een gat in de steel wordt gestoken of geslagen; soms zijn er twee dergelijke nokjes (vergelijk het woordtype dobbelang). Voor de hoek die de arend met het zeisblad maakt, en het belang hiervan voor een goede "voering" van de zeis, zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. Zie afbeelding 5, nummer 1. [N 18, 68a; JG 1a, 1b; A 4, 28c; A 14, 1; L 20, 28c; L 45, 1; monogr.]
I-3
|
18239 |
armband |
bracelet (fr.):
brazzelêt (Q193p Gronsveld),
Fr. bracelet.
brazzelêt (Q193p Gronsveld)
|
armband || band- of ringvormig, gewoonlijk metalen sieraad dat om de arm of pols gedragen wordt [armband, bracelet] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
25055 |
armvol |
armvol:
ennen helver (Q193p Gronsveld),
hélver (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld),
hɛlvǝr (Q193p Gronsveld)
|
armvol hooi [ennen erval hoj] [N 07 (1961)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.] || elver, wat men in één keer met beide armen kan omvatten || grote hoeveelheid
I-4, III-4-4
|
21034 |
as |
as:
as (Q193p Gronsveld)
|
In l 432 werden de zeilen en windborden slechts verwijderd bij bijzonder zware storm. Een aantal woordtypen komt ook voor in het lemma ɛzonder zeilenɛ.' [N O, 10a; A 42A, 3; Sche 37; monogr.]
II-3
|
19499 |
as van het vuur |
asserade:
asseraoj (Q193p Gronsveld)
|
uitgedoofde as van kachel
III-2-1
|
32824 |
as, spil van de rol |
pin:
pē.n (Q193p Gronsveld),
p˙ęn (Q193p Gronsveld)
|
De in dit lemma verenigde termen betreffen ofwel (elk van) de twee, als as fungerende pinnen in de uiteinden van de houten rol, ofwel de as van de ijzeren paarderol. [JG 1a; JG 1b add.; N 11A, 184e; monogr.]
I-2
|
32672 |
asblok |
asbed:
as˱bɛt (Q193p Gronsveld)
|
Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.]
I-13
|
19722 |
aslade |
troffel:
tröffel (Q193p Gronsveld)
|
aslade
III-2-1
|