20950 |
klokhuis |
keets:
ketsj (Q193p Gronsveld),
ideosyncr. additie bij vraag 80: klokhuis
ketsj (Q193p Gronsveld),
kits:
ketsj (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
Hoe noemt men het binnenstee van een appel? (klokhuis) [DC 31 (1959)] || klokhuis [N 82 (1981)]
I-7, III-2-3
|
18230 |
klomp |
klomp:
kloomp (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld),
klōmp (Q193p Gronsveld)
|
In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp || schoeisel bestaande uit een uitgehold stuk hout, houten schoen [klomp, kloon, blok, holsblok, klopper, lolleblok, sabot] [N 86 (1981)]
II-12, III-1-3
|
32359 |
klompenmakersgereedschap |
klompengetuig:
klōmpǝgǝtȳx (Q193p Gronsveld)
|
In het algemeen al het gereedschap dat de klompenmaker nodig heeft om klompen te vervaardigen. [N 97, 10; A 29, 2 add.; monogr.]
II-12
|
32449 |
klompspijkertje |
klompennagel:
klompǝnǭǝgǝl (Q193p Gronsveld)
|
Kort spijkertje met brede, platte kop waarmee de klompenriem aan de klomp wordt vastgemaakt. [N 97, 144; monogr.]
II-12
|
20829 |
klont |
klotsje:
klötsje (Q193p Gronsveld)
|
klontje (suiker)
III-2-3
|
20531 |
klonteren |
klonteren:
kleuntere (Q193p Gronsveld)
|
klonteren; Hoe noemt U: Tot klonters koken, gezegd van b.v. pap (koeken, klonteren) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
19405 |
klopper, garde |
klopper:
klopper (Q193p Gronsveld),
klöpper (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
garde (keukengereedschap) || Keukeninstrument voor b.v. het kloppen van room of eieren bestaande uit een aantal lusvormige draden die in een handgreep samenkomen (klopper, garde) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
18120 |
kloven |
schronden:
sjronne (Q193p Gronsveld)
|
kloven in de hand [kloove, klieve, sprunge, kreewe] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
19469 |
kluit |
fom:
fom (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
(Langwerpig) stuk brandstof, geperst uit steenkool- of bruinkoolgruis, fijngemaakte turf of houtskool met water en leem vermengd (briket, kluit, slof) [N 79 (1979)] || briket van kolengruis en leem
III-2-1
|
33675 |
kluit aarde |
klot:
klǫt (Q193p Gronsveld)
|
[N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.]
I-8
|