e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loof van de bieten afplukken bladen: blǭi̯ǝ (Gronsveld) Als de bieten uit de grond getrokken zijn, worden ze op rijen gelegd en worden de bladeren van de knollen afgesneden of afgeplukt. Bij mechanisch rooien gebeurt het wel dat het loof wordt afgesneden als de bieten nog in de grond staan. [N 12, 48; monogr.] I-5
loon loon: loen (Gronsveld), salaris: salaris (Gronsveld), traktement: traktement (Gronsveld) loon, wat men verdient [N 21 (1963)] III-3-1
loonbakken bijbakken: bibakǝn (Gronsveld), loonbakken: lunbakǝn (Gronsveld) Het bakken van deeg dat door de mensen bij de bakker wordt gebracht. De bakker krijgt hiervoor een vergoeding. Volgens de informant van L 291 brachten de boeren en burgers hun gemengd deeg naar de bakker. Dit was zeer lastig spul, omdat de samenstelling verschilde en de rijsgraad eveneens. Dikwijls sloeg het in de oven neer. [N 29, 98] II-1
loops loops: luipsj (Gronsveld), løͅi̯pš (Gronsveld, ... ) konijn, geslachtsdrift vertonend [N 19 (1963)] || loops, geslachtsdriftig ve teef [N 19 (1963)], [N C (1962)] III-2-1
loot, nieuw uitgelopen twijgje scheut: ideosyncr.  sjuüt (Gronsveld) Een nieuw uitgelopen twijgje (spraon, scheut, schot, lot). [N 82 (1981)] III-4-3
lopen lopen: loupe (Gronsveld) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2
lopen, gezegd van eenden waggelen: waqǝlǝ (Gronsveld) [N 70, 2; monogr.] I-12
loper loper: loper (Gronsveld), lø̄pǝr (Gronsveld) De bovenste, draaiende molensteen. De loper had in Q 99 drie soorten kerven, de ligger daarentegen maar één. Zie ook het lemma ɛscherpselɛ.' [N O, 17c; A 42A, 31; N D, 7; Sche 47; Vds 85; Jan 121; Coe 98; Grof 117; monogr.] II-3
lork den: ideosyncr.  dèn (Gronsveld) De lariks (die s winters zijn naalden verliest) (lariks, lork, laris, lurk). [N 82 (1981)] III-4-3
losse linnen halsboord boordje: beudsje (Gronsveld) halsboord, losse linnen ~ [beurdje, hemdsband] [N 23 (1964)] III-1-3