24900 |
ogenblikje, korte tijd, eventjes |
even:
éffe (Q193p Gronsveld),
eventjes:
éffekes (Q193p Gronsveld),
moment:
mént (Q193p Gronsveld),
ogenblik:
(veelal wordt "mént"gebruikt).
oügenblik (Q193p Gronsveld),
ogenblikje:
augenblikske (Q193p Gronsveld)
|
eventjes || ogenblik, korte tijd || ogenblikje [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
33558 |
okkernoot |
boomnoot:
boümnoët (Q193p Gronsveld),
dikke noot:
-
dikke noeït (Q193p Gronsveld),
noot:
noët (Q193p Gronsveld),
paardsnoot:
oude grote soort; moderne naam: paranot
pêrdsnoët (Q193p Gronsveld)
|
okkernoot, vrucht van [DC 17 (1949)] || walnoot
I-7
|
17636 |
oksel |
oksel:
oksel (Q193p Gronsveld)
|
oksel, oksels [oksel, okselschrooi, hoksel, hoks] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20547 |
olie |
boomolie:
boümoëlie (Q193p Gronsveld),
olie:
oëlie (Q193p Gronsveld)
|
olie; Hoe noemt U: De vette vloeistof die b.v. gebruikt wordt bij het aanmaken van sla of het braden van vlees (smout, olie) [N 80 (1980)] || slaolie (mindere kwaliteit -)
III-2-3
|
20701 |
oliebol |
oliebol:
oeliebol (Q193p Gronsveld)
|
Oliebol (nonnevot?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20759 |
oliekoek |
oliekoek:
oeliekök (Q193p Gronsveld)
|
In raapolie gebakken ronde koek van meel, krenten en eieren (oliekoek?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
19546 |
olielamp |
smoutlamp:
sjmaatlaamp (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || ouderwetse olielamp
III-2-1
|
23150 |
olifant |
olifant:
oëliefaant (Q193p Gronsveld)
|
Olifant.
III-3-2
|
33745 |
omheinen |
balie zetten:
baj zetǝ (Q193p Gronsveld),
tuinen:
tuinen (Q193p Gronsveld),
vitsen:
fetsǝ (Q193p Gronsveld)
|
Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.]
I-8
|
19711 |
omheining |
bai:
baj (Q193p Gronsveld),
balie:
bai̯ (Q193p Gronsveld),
schutting:
sjötting (Q193p Gronsveld)
|
omheining van palen en draad || schutting
III-2-1
|