34019 |
poot omhoog |
pootje:
pȳtšǝ (Q193p Gronsveld)
|
Voermansroep om de hoef of voet op te lichten. [N 8, 95k]
I-10
|
33172 |
pootgoed, pootaardappelen |
zaadaardappelen:
zǭd[aardappelen] (Q193p Gronsveld)
|
Mooie aardappelen worden apart gehouden om in het volgend seizoen gepoot te worden, als pootaardappelen. Pootaardappelen mogen niet te groot en niet te klein zijnen er mogen veel ogen in zitten. Ze worden op een koele plaats, in de kelder, bewaard. Voor de fonetische documentatie van de woordtypen voor aardappel, zie het lemma Aardappel. [N M, 15; JG 1a; L 40, 55; monogr.; add. uit N M, 22]
I-5
|
34174 |
pootjesblaas |
tweede blaas:
twīdǝ blǭs (Q193p Gronsveld)
|
De tweede blaas waarin de voorpoten van het kalf zitten. [N 3A, 52b]
I-11
|
22806 |
pop |
pop:
en poop (Q193p Gronsveld),
vgl. pag. 372: pupke, 2. Kleine pop.
pôp (Q193p Gronsveld)
|
pop [GTRP (1980-1995)] || Pop.
III-3-2
|
24226 |
pop, vrouwelijke zangvogel |
pop:
pôp (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld),
popje:
pupke (Q193p Gronsveld)
|
pop, vrouwtjesvogel || vogeltje, pop || vrouwelijke zangvogel (pop) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
22660 |
poppenspel |
poppenkast:
pôppekas (Q193p Gronsveld)
|
1. Poppenkast.
III-3-2
|
24490 |
populier (alg.) |
popelaar:
ideosyncr.
pôpeleer (Q193p Gronsveld),
ideosyncr. vero. (verouderd)
poëpeler (Q193p Gronsveld),
veroud.
poëpeler (Q193p Gronsveld)
|
De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)] || populier
III-4-3
|
19849 |
porselein |
porselein:
porsǝlēǝn (Q193p Gronsveld)
|
Verzamelnaam voor ceramische produkten die gebakken zijn uit porseleinaarde waar zekere bijvoegsels door zijn gemengd. Porselein kenmerkt zich door het feit dat het in tegenstelling tot bijvoorbeeld gleiswerk, fijn, wit en halfdoorschijnend is en een ongekleurd, sterk glimmend glazuur vertoont. [Wi 53; L 35, 78; N 20, 5; monogr.]
II-8
|
19838 |
portaal |
portaal:
pertaol (Q193p Gronsveld)
|
portaal
III-2-1
|
21482 |
portefeuille |
portefeuille (fr.):
portefûil (Q193p Gronsveld),
Ook "portefûij".
portefûil (Q193p Gronsveld)
|
de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)] || portefeuille
III-3-1
|