21481 |
portemonnee, beurs |
beurs:
bëurs (Q193p Gronsveld)
|
beurs, zakje of tasje voor geld
III-3-1
|
22807 |
portret, foto |
portret (<fr.):
pertrêt (Q193p Gronsveld),
Eingszins vero.
pertrêt (Q193p Gronsveld)
|
1. Portret. || 2. Foto.
III-3-2
|
24365 |
pos |
joodje:
Gronsveld Wb
judsje (Q193p Gronsveld),
kleine baarsvis
judsje (Q193p Gronsveld)
|
Hoe noemt u de pos: een zoetwatervis met een groenachtige bruine rug. De onderzijde is zilverwit. Hij is overdekt met bruine vlekjes, ook op de vinnen. Beide rugvinnen zijn door een vlies met elkaar verbonden. Hij kan ongeveer 20cm lang worden (post, pos, [N 83 (1981)] || pos (vis)
III-4-2
|
32172 |
post |
post:
pǫs (Q193p Gronsveld)
|
Stijl die tussen twee andere stijlen, de hoekstijlen, wordt aangebracht. Zie ook afb. 169. [N 56, 129d; monogr.]
II-12
|
21203 |
postbode |
facteur (fr.):
faktø͂ͅyr (Q193p Gronsveld)
|
postbode [RND]
III-3-1
|
33573 |
postelein |
porselein:
soepgroente
porselèin (Q193p Gronsveld)
|
postelein
I-7
|
33171 |
poten |
planten:
plāntǝ (Q193p Gronsveld),
zetten:
zetǝ (Q193p Gronsveld)
|
In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b]
I-5
|
22642 |
potje scharren (kaartspel) |
potje scharren:
pøͅtsjə sjarə (Q193p Gronsveld)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|
19494 |
potkachel |
duiveltje:
duvelke (Q193p Gronsveld)
|
bep. potkacheltje
III-2-1
|
21521 |
potlood |
potlood:
pootloed (Q193p Gronsveld)
|
een met hout omgeven staafje grafiet om mee te schrijven of te tekenen [potlood, crayon] [N 87 (1981)]
III-3-1
|