e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schaduw, lommer lommer: loer (Gronsveld, ... ), lôêr (Gronsveld), scherm: sjièrem (Gronsveld), sjèirem (Gronsveld) (de) schaduw [DC 23 (1953)] || (in) de schaduw (zitten) [DC 49 (1974)] || schaduw (donkere vlek achter een persoon) [DC 49 (1974)] || schaduw (lommer) [RND] III-4-4
schaften koffiedrinken: koffie dreenke (Gronsveld), schaften: sjafte (Gronsveld, ... ) het werk onderbreken om te rusten [schaften, schaffen, poren] [N 85 (1981)] || Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)] III-3-1
schafttijd eten: ɛətə (Gronsveld) schafttijd [RND] III-3-1
schande schande: sjan (Gronsveld) schande III-1-4
schapenvet schapenvet: sjaopevèt (Gronsveld) Schapevet (ongel?) [N 16 (1962)] III-2-3
schapestal, schaapskooi schaapsstal: šǭps[stal] (Gronsveld) De stal, doorgaans een apart gebouw, waarin de schapen overnachten. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). Zie ook de plattegronden van de stallen in paragraaf 1.2. [L 38, 29; A 10, 9f; N 5, 105f; monogr.] I-6
scharnierbeitel fitsbeitel: fetš˱b ̇ęjtǝl (Gronsveld) Hakbeitel waarvan heft en blad uit één stuk staal gesmeed zijn. Het beitelblad heeft aan de voorkant een zeer smalle, schuingeslepen zijde. De beitel wordt gebruikt voor het aanbrengen van smalle sleuven en gaten en vaak ook voor het inhakken van de sleuven voor scharnieren. Zie ook afb. 67. Een holte in een kozijn maken met behulp van de scharnierbeitel werd in Gronsveld (Q 193) infitsen (īnfetšǝ) genoemd. [N 53, 41-42; N G, 27b; monogr.] II-12
scharrelen dabben: dabǝ (Gronsveld) De kippen dabben en scharren in de grond om wormen, insecten en dergelijke te vinden. [N 19, 61a; L 33, 20; monogr.] I-12
schaterlachen schateren: sjäotere (Gronsveld), zich kapot lachen: zich kepot laachte (Gronsveld) schateren III-1-4
schatten schatten: sjatte (Gronsveld) het gewicht van iets schatten [koersen, prijzen] [N 89 (1982)] III-3-1