18923 |
schipperen |
bedisselen:
bedussele (Q193p Gronsveld)
|
naar omstandigheden handelen, niet aan zijn beginsels vasthouden, maar alles rustig in het werk stellen om een oplossing te vinden [busselen, schipperen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
32855 |
schitbossen |
bossen:
bǫsǝ (Q193p Gronsveld)
|
Bossen van welig opschietend gras in de weide, op plaatsen waar koedrek heeft gelegen. De koeien laten deze bossen vaak staan; ze worden dan later in het seizoen afgemaaid. Overal is het meervoud opgenomen; behalve waar uitdrukkelijk anderszins aangegeven. [N 14, 85; N 14, 123 add.; monogr.]
I-3
|
18341 |
schoeisel |
klompen:
klōmpǝ (Q193p Gronsveld)
|
In dit lemma is een aantal benamingen bijeengeplaatst die betrekking hebben op het schoeisel dat door de metselaar gedragen kan worden. In L 321 droeg men als bescherming tegen kalkspatten hoge klompen zonder riem, passend tegen het scheenbeen. Ook in Q 111 was het dragen van klompen vroeger gebruikelijk. [N 30, 6b]
II-9
|
26502 |
schoen |
bakje:
bɛkskǝ (Q193p Gronsveld),
schoen:
schoen (Q193p Gronsveld)
|
Het kleine losse bakje onderaan het kaar dat tijdens het malen in schuddende beweging is. Het schoen staat de molenaar toe de graantoevoer naar de stenen te regelen. [N O, 19j; A 42A, 39; N D, 12; Sche 52; Vds 149; Jan 156; Coe 137; Grof 158; A 42A, 19]
II-3
|
18272 |
schoen: algemeen |
schoen:
sjoon (Q193p Gronsveld)
|
schoen
III-1-3
|
26503 |
schoenarm |
tikker:
tikker (Q193p Gronsveld)
|
De vooruitstekende arm aan het schoen die tegen de klapspaan aan het staakijzer slaat. Zie ook de toelichtingen bij de lemmata ɛschoenɛ en ɛspeelman, klapspaanɛ. In l 265 was de schoenarm van ijzer.' [N O, 19k; A 42A, 19]
II-3
|
18466 |
schoenborstel |
wiksborstel:
wiksbuustel (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-1-3, III-2-1
|
18303 |
schoenen (mv.) |
schoenen (mv.):
sjoon (Q193p Gronsveld)
|
Hoe noemt men de schoenen? Maakt men verschil tusschen hooge en lage schoenen? [DC 09 (1940)]
III-1-3
|
18465 |
schoenen poetsen |
wiksen:
wikse (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld)
|
Schoenen poetsen (kuisen, poetsen, blinken, wieksen) [N 79 (1979)]
III-1-3, III-2-1
|
18347 |
schoenlepel |
aantrekker:
aontrêkker (Q193p Gronsveld),
schoensaantrekker:
Vaker aontrêkker.
sjoonsaontrêkker (Q193p Gronsveld)
|
schoenlepel
III-1-3
|